
Toespraak van Marguerite tijdens de grote Internationale Bedevaart van het Legioen Kleine Zielen op zondag 30 augustus 1998
Dierbare Kleine Zielen,
Moge de Heilige Geest mij verlenen, uw hart te raken. Het heeft God behaagd dat wij ook dit jaar nog, hier samen zijn om de glorie van de Heer te bezingen, en voor een broederlijke dialoog in de Oneindige Liefde, die te weinig gekend is in deze wereld die ontrouw is aan haar Schepper. Bidden wij samen een Weesgegroet opdat, door bemiddeling van de Maagd Maria, haar welbeminde Zoon Jezus Zijn genaden zou uitstorten over heel deze bijeenkomst van Kleine Zielen en over elk van ons in het bijzonder.
Dierbare Kleine Zielen, Jezus is onze Grote Vriend die alles begonnen is door Zijn Verlossingswerk dat Hij in elk van ons zal voltooien. Hij zal zijn kleine medeverlossers verenigen met Zijn verheerlijkt lichaam, op de Dag van zijn Wederkomst. Mijn kleine kindertjes, hier beneden is er geen langdurige rust voor ons.
Het is een strijd van elk ogenblik en onze wreedste vijand is ons eigen ik, en het is de overwinning op onszelf die ons zal leiden naar de heiligheid van ons diepste wezen, maar dat zich zal openbaren in heel de heerlijkheid van het zalige leven dat de Heer op dit ogenblik voorbereidt voor Zijn trouwe dienaars. Laat ons niet bedroefd zijn om onze zwakheden, onze onmacht, zelfs niet om ons vallen, want zij zijn slechts aardse meststof waarvan Jezus zich bedient om de akker van onze bekeringen, die Hij wenst te bezitten, vruchtbaar te maken. De Barmhartige Liefde prikkelt de goede voornemens, de Liefde leert standvastigheid en trouw aan de genade. De Liefde schenkt aan de ziel een geest van gebed, de kracht om te offeren en boete te doen in overeenstemming met zijn aanbiddelijke Wil.
De liefde is deugd van nederigheid, geduld jegens onszelf en jegens onze naaste. Dierbare Kleine Zielen, onthoud goed deze woorden die Jezus dierbaar zijn: Hij wil in ons bloeiende liefde zien, in de zielen die zich beschikbaar stellen, onderworpen aan de Aanbiddelijke Wil van Hem die ons zozeer bemint. En als wij Jezus beminnen zal Hij niet ophouden ons buitengewone genaden te schenken. Wij moeten onze broeders beminnen, wie zij ook zijn, en niet over hen oordelen. Het is al voldoende ernstig dat wij allen het laatste oordeel zullen ondergaan, dat zachtmoedig en barmhartig zal zijn voor hen die zich zondaars weten en Gods vrienden willen zijn. Indien wij vertrouwvol en berouwvol zijn over onze fouten, blijft Jezus in elk van ons, wie wij ook zijn, door Zijn mystiek diep en liefdevol Leven, dat verliefd is op Zijn schepselen die Hij wil redden.

Toelichting bij de foto
Deze foto is genomen tijdens een internationale bedevaart naar de heilige berg van Chèvremont en de kapel van de Barmhartige Liefde. Als gevolg van de meestal zeer goede opkomst, met o.a. bussen uit Frankrijk, Spanje, Polen, Italië, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, moest er elk jaar voor deze gebedsbijeenkomst een speciale grote tent worden opgebouwd. De Basiliek en de Kapel waren immers veel te klein om alle bedevaarders te kunnen ontvangen. In de hoogtijdagen van de jaren ’80 en ’90 waren regelmatig wel 5000 tot 6000 mensen aanwezig. Deze bijzondere en genadevolle bedevaarten vonden elk jaar plaats op de laatste zondag van de maand augustus en hebben geduurd van 1971 tot 2011: dus precies 40 jaar!
Zijn voorkeur gaat uit naar de heel kleinen: “Als gij niet wordt als kleine kinderen, zult gij Gods koninkrijk niet binnentreden”. God bemint de armen, de nederigen, de vluchtelingen, de ongelukkigen die door de huidige wereld bedorven en verworpen zijn. Hij bemint de zieken, de bedrukten, maar zeker ook, de groten van deze wereld die zich heel klein kunnen maken om hen te helpen die hongerig zijn, die dorsten naar rechtvaardigheid, broederlijkheid, materiële en geestelijke hulp. Dus zeg ik u, kinderen, deze groten, rijk en machtigen van deze wereld zullen door God hooggeacht worden als zij gehoor geven aan de Liefde van Jezus in hun hart en die hen oproept Barmhartige Samaritanen te zijn.
Vergeten wij daarom nooit onze kleine ongeboren martelaars; martelaars geofferd bij het prille ontluiken van hun leven, bloederige slachtoffers, maar reeds engelen in het paradijs. Bidden wij voor de lichtzinnige moeders, die niet aarzelen het leven dat zij dragen te doden, want zij kruisigen Jezus opnieuw, Hem de Schepper, de Heer van het Leven. Mochten zij deze Waarheid begrijpen, en de gevolgen die hen in de toekomst wachten. Jezus lijdt in hen. De Kleine Zielen zullen ook bidden voor de artsen die ik, omdat het de waarheid is, wreed en misdadig moet noemen, zonder eerbied voor de vrucht van liefde die groeit in het geschonden lichaam van de arme moeders die het heilige mysterie dat zij in zich dragen, niet begrijpen. Deze dokters die hen niet bewust maken van wat het moederschap is: een klein wezentje dat in hen smeekt en schreeuwt: “Mama, dood mij niet”.
Alles wat ik u zeg, dierbare Kleine Zielen, komt uit Jezus’ Hart. Zijn woorden zijn eisen, smeekbeden van de Welbeminde die ons toeroept: “zondig niet meer, gij doet Mij lijden”. En Jezus noemt ons Zijn vrienden. Maar willen wij echt Zijn vrienden zijn? Willen wij, ik herhaal het, Zijn kleine medeverlossers zijn, om deze wereld in nood te redden? Zoveel vragen. En hoeveel antwoorden zijn er te geven. Jezus eist niet. Zijn liefde vraagt, smeekt, kondigt zijn Glorievolle Terugkomst aan waar wij zozeer op hopen. Niemand kent dag noch uur van deze terugkomst, maar laat ons hopen dat die niet lang uitblijft, want de mens is vernieler van de schepping geworden. De mens wil God zijn. De mens steelt en misbruikt de naam van God. De mens wil scheppen en hij vernielt. De mens spreekt over liefde en vervangt dat woord door ondeugd, verdorvenheid, permissiviteit van het slechte langs pornografie en wil zelfs gaan tot het schandelijk, zogenaamd huwelijk tussen homoseksuelen, tot vrije verkoop van drugs in vele landen. En wat wordt er daardoor van onze kinderen? Ik laat het u raden.
En boven een groot mysterie dat de geschiedenis overstijgt, is er dat van de Katholieke Kerk die universeel wil zijn. In onze tijd wordt onze Kerk bestreden in haar leer en in haar moraal en vooral in haar bestuur. Maar zij staat pal en zal steeds pal blijven want zij hoort Jezus toe. Zij is onwrikbaar, aangepast aan de noden van de tijd, maar blijft onveranderlijk in haar leer, lijdend onder ongehoorzaamheid en onbegrip, en toch kracht puttend uit haar huidige zwakheid. Door sommigen wordt zij gehaat, maar men mag zeggen dat zij altijd geducht wordt. Men wil haar doodzwijgen, haar misprijzen. De regeringen wanen zich God. Dit neemt niet weg dat de Kerk steeds op het voorplan staat, in de belangstelling van de wereld. Wij zien het dag na dag, steeds opnieuw en meer dan ooit in de verheven Persoon van onze veelgeliefde Paus Johannes Paulus II, rechtopstaand en vastgeklonken aan de Rots waarop de kerk steun.
Onze Kerk, Kinderen, heeft slechts één doel: geluk en welzijn in Gods liefde aan de mensen bezorgen. Zij streeft naar “Vrede aan de mensen van goede wil”, van welke natie ook. Men heeft haar vijand van cultuur genoemd, zij zou de beschaving ten gronde richten. Geloof dit niet. Zij vraagt vooral eerbied en erkentelijkheid voor de Heilige Eucharistie bij het ontvangen van dit Liefdesacrament. Zij vraagt gehoorzaamheid aan de voorschriften van Jezus. Ik zeg u; de Heilige en Apostolische Kerk, zelfs zonder menselijke bijstand en als geketend, blijft sterk en vrij en verovert vele harten.
Jezus, beste Kleine Zielen, verzoent in zichzelf de eisen van een oneindige heerlijkheid; de noodzaak van gevoelsliefde en daarbij bovenal de geestelijke schoonheid te beminnen, de dorst naar oneindig geluk die elk menselijk hart kwelt en het verlangen naar rust en naar een leven zonder einde.
Dierbare Kleine Zielen, gij weet dat Sint Jozef, de grootste heilige in de hemel, tot Beschermheer van het dierbare Legioen werd uitgeroepen. Bij hem en bij de kleine Theresia van het Kind Jezus, Patrones van het Legioen, zijn wij in goede handen. Nemen wij deze grote heilige van de stilte tot voorbeeld, die alle ruimte laat voor Jezus en Maria. Heilige van de stilte. Stilte van God in onze vaak door het leven gekneusde harten. Vragen wij op voorspraak van Sint Jozef een diepe liefde, een grenzeloze dankbaarheid jegens de Heer, die ons zulk een verdediger schonk, te mogen uitdrukken, onder mekaar en om ons heen.
Om over de groei van de Kleine Zielen te waken geeft Jezus ons deze goede Heilige, deze grote Zwijgzame, die bekommerd is om onze voortgang op Gods wegen. Koninklijke deugd waaruit de Oneindige Liefde komt, soms verborgen, maar steeds werkzaam, want wezenlijk gevoed door onze dierbare Voedstervader Sint Jozef. Begrijpen wij goed de belangrijke rol van Sint Jozef in het Legioen. Hij ziet in elk van ons de Kleine-Grote Jezus, van wie hij, met zoveel liefde, vertrouwen, kleinheid en zielenadel geput uit de Barmhartige Liefde, de Voedstervader was. Dit is de grote liefdesles door onze dierbare Beschermheer, Sint Jozef, in vereniging met de kleine Theresia, aan de Kleine Zielen gegeven, om ons te leren beminnen.
Dierbare Kleine Zielen, ik eindig hierbij met het verhaal van ons bezoek aan de Heilige Vader te Rome. Mijn geestelijke Vader en ikzelf, vergezeld door een andere Kleine Ziel hebben de eer gehad, de heilige Vader in het Vaticaan te ontmoeten om hem het vierde deel van de Boodschap aan te bieden. (nb. op 12 december 1979 bood Marguerite het 1e deel van de Boodschap aan paus Johannes Paulus II aan. Hij zou spontaan hebben gezegd: “Ik weet het, ik weet het”.)
Deze tweede ontmoeting met de Heilige Vader is een uniek moment in mijn leven. Ik heb met ontroering diezelfde blik gezien die mij in 1979 zo aangegrepen heeft. Ik kan u zeggen dat dit bezoek van 2 juli (1998) een succes was voor ons en voor het dierbare Legioen. Wij hebben de ochtendmis van de Heilige Vader, in zijn privékapel bijgewoond, ingetogen en in zekerheid, door zijn aanwezigheid, in tegenwoordigheid van de Heer zelf te zijn. Zijn ingetogenheid is intens. Hij bidt en men voelt Hem zo nabij en toch zover weg van ons.

Onmiddellijk na de H. Mis van de Heilige Vader heb ik hem het vierde deel van de Boodschap kunnen overhandigen. Wanneer hij, na andere aanwezigen te hebben begroet, naar mij toekwam, heeft hij mij herkend en zachtjes gezegd: “Ah, Marguerite”, als teken van herkenning. Hij heeft het boek aangenomen, heeft mij glimlachend gezegend en heeft mijn hand in de zijne genomen, Ik heb een kort onderhoud met hem gehad en ik heb hem al de liefde en trouw van de Kleine Zielen overgemaakt.
De privésecretaris van de Heilige Vader, Monseigneur Dziwisz, die hem vergezelde, heeft mij tijdens dit onderhoud ook gezegd; “Proficiat voor alles wat gij doet. En hoe stelt uw beweging het”? Ik heb geantwoord: “Zeer goed, over geheel de wereld. De Boodschap wordt verspreid over 130 landen en is vertaald in bijna 20 talen”. Hij heeft mij gezegd: “doe zo voort”. Mijn geestelijke vader heeft hem het vierde deel van de Boodschap aangeboden dat hij glimlachend heeft aangenomen. Vooraleer de zaal te verlaten waarin wij ons bevonden heeft de Heilige Vader zich naar ons toegekeerd en heb ik opnieuw, van op afstand zijn op mij gevestigde blik ontmoet. Wij hebben hem allen toegejuicht. De Heilige Vader heeft als afscheidsgroet de arm omhoog geheven en is teruggekeerd naar de kleine kapel waar ik de Heilige Tegenwoordigheid had aangevoeld.
Ik heb daarnaast ook de aanwezigheid van Jezus mogen ervaren in de ontmoeting, tijdens deze ochtendmis, met Monseigneur Amaral, bisschop van Fatima in Portugal, met wie ik ook gesproken heb. Ik heb hem toevertrouwd dat zijn voorganger, Monseigneur Venancio, die de genade verkreeg zich bezig te houden met die kleine zieners van Fatima, met mij een drukke briefwisseling heeft gehad. Hij was erdoor geboeid te vernemen dat ik brieven bezat van Monseigneur Venancio en hij heeft mij gezegd dat mijn brieven aan Monseigneur Venancio in de archieven van het bisdom Fatima bewaard zijn gebleven. Alles wat ik u hier zeg, dierbare Kleine Zielen, is slechts een beknopte weergave van ons bezoek aan het Vaticaan, maar ik kan u zeggen dat ik zwaar lijden heb gezien in de Heilige Vader. Ik heb het diep aangevoeld en gedeeld want de terugreis is voor mij zeer zwaar geweest. Maar vrede en vreugde in het lijden zijn mijn offers, die ik aan de Goede God heb aangeboden.
Ik vraag u, dierbare Kleine Zielen, door uw gebed en uw kleine offers onze dierbare Paus te steunen. Hij draagt het kruis van Christus, maar hij houdt stand. Het dierbare Legioen van de kleinen gaat vooruit op de weg naar de triomf van de Barmhartige Liefde in de wereld. Moge Jezus en Maria uw enige weg zijn naar de Liefde die begrijpt en vergeeft. Een Liefde zonder verdeeldheid en oneindig wacht op ons, indien wij trouw zijn aan Zijn Wet: “Bemint elkaar zoals Ik u heb bemind”.
Uit; Nieuwsbrief Maart / April 2023, Stichting Legioen Kleine Zielen Nederland, blz. 6-8.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.