Weet wel dat ge in de Hemel geen grotere beschermer hebt dan St. Jozef

Door E.H. Luc Vanstraelen

H Jozef en Kind“Weet wel dat ge in de Hemel geen grotere beschermer hebt dan hij”. (Boodschap 19 maart 1979)


Mijn lieve Kleine Zielen

Al sinds het ontstaan van de Kerk streven gelovige mensen ernaar om Jezus Christus zo goed mogelijk in zijn leven en leer na te volgen. Sommigen deden dit op een zo volmaakte wijze dat het niet anders kon dan dat dit opviel in hun omgeving. Deze mensen noemen wij heel terecht “heilig”, in de meest verheven zin van het woord. Zij zijn niet alleen geheiligd door het doopsel en het aanvaarden van de genade van Onze Heer Jezus Christus in dit leven, maar wij zijn er absoluut zeker van dat zij ook bij God in eeuwigheid leven in de vreugde van de hemel. Hun leven of sommige aspecten in hun levenswijze en beoefenen van de deugden wordt nu nog altijd als navolgenswaard voorgehouden. Zij zijn een levend voorbeeld van hoe een mens naar God toe kan groeien wanneer hij of zij zich volledig door Hem laat inpalmen en van ganser harte “ja” durft zeggen.

Sommige heiligen zijn wereldwijd bekend. Hun levenswijze, hun woorden of geschriften, hun daden of het beoefenen van de christelijke deugden spreekt zo aan en is zo inspirerend dat zij uitgegroeid zijn tot een voorbeeld voor de universele Kerk. Wij spreken hier over die heiligen van wie de hele Wereldkerk op haar liturgische kalender het feest viert. Ik denk hier aan de H. Maagd Maria, Petrus, Paulus, Andreas, alle apostelen en evangelisten, Franciscus van Assisi, Clara, Teresia van Avila, Johannes van het Kruis, Don Bosco, Moeder Teresa, pater Damiaan, en nog vele anderen. Daarnaast zijn er nog veel meer heiligen die niet wereldwijd bekend zijn. Hun feest wordt in bepaalde streken of landen gevierd. Ook zij zijn en blijven een bron van genade en een oproep tot heiligheid. Maar hun verering is meer plaatsgebonden. Zo denk ik bv. aan Johannes Berchmans, Sint Lutgart, Sint Trudo, de heilige Amandus, de heilige Amandina, de heilige Godelieve, enz. En dan zijn er nog de ontelbare heiligen die nooit op de liturgische kalender vernoemd zullen worden. Dat zijn de gewone mensen die heel hun leven, met vallen en opstaan, naar best vermogen getracht hebben Jezus na te volgen. Zij leefden en stierven als goede mensen, die hun best deden iedere dag weer opnieuw, en meestal zonder op te vallen. Dat zijn de mensen waarover de ziener Johannes zo mooi schrijft in zijn Apokalyps: Toen hoorde ik een geluid als van een grote menigte en als het gedruis van vele wateren en als het dreunen van zware donderslagen, en zij riepen: “Halleluja! De Heer onze God, de Albeheerser, heeft zijn koningschap aanvaard. Laat ons verheugd zijn en juichen en Hem eer bewijzen”. (Apok. 19, 6-7a)

Ik wil het nu hebben over één van die grote heiligen over wie en tot wie in onze Kerk veel te weinig gesproken en gebeden wordt nl.: Sint Jozef.

-Wie is deze Jozef?

-Wat heeft hij gedaan?

-Welke is zijn plaats in de heilsgeschiedenis?

-Waar vinden wij hem terug in het leven van Jezus?

-Is hij echt zo belangrijk in de Kerk?

-Kennen de gelovigen Sint Jozef nog?

Dit zijn veel vragen in korte tijd. Te veel vragen om op enkele bladzijden allemaal te beantwoorden. Voordat wij verder gaan met deze uiteenzetting bidden wij het gebed of het ‘memorare’ van zuster Faustina:

Gedenk, O aller-zuiverste bruidegom van de heilige Maagd Maria, en mijn zeer beminde beschermer, heilige Jozef, dat het nooit gehoord is dat iemand die uw zorg afsmeekte en uw hulp inriep, ongetroost bleef. Aangemoedigd door dit vertrouwen kom ik tot U en beveel ik mij met alle vurigheid van mijn geest bij U aan. Verwerp mijn bede niet, o voedstervader van de Heiland, maar aanvaard ze welwillend en verhoor ze. Amen.

Ik las eens de volgende uitspraak van een pater: “Het is niet gemakkelijk een homilie te houden over de heilige Jozef, want wij weten zo weinig over zijn persoon.” En ik dacht: “Dit is waar en niet waar”. Het is inderdaad niet gemakkelijk een homilie over Sint Jozef te houden. Maar dat komt niet omdat wij zo weinig over hem weten. Integendeel! Het weinige dat wij vanuit de H. Schrift over Sint Jozef weten is zo rijk aan inhoud, zo vol van het goddelijk mysterie en de werking van de almacht van God doorheen de mens, dat het niet moeilijk is om er iets over te zeggen, maar wel om de juiste woorden te vinden om het te zeggen. Mgr. Josémaria Escrivà de Balaguer, de stichter van Opus Dei, die op 6 oktober 2002 door Paus Johannes Paulus II heilig werd verklaard, schreef in zijn boek ‘De Smidse’, dat pas na zijn dood is uitgegeven, het volgende:

Houd veel van de heilige Jozef. Bemin hem met heel je hart, want hij is degene die, met Jezus, het meest van Maria gehouden heeft. Hij is ook degene die het meest met God omging en, na onze Moeder, het meest van Hem gehouden heeft. Hij verdient het dat je van Hem houdt en het is goed dat je met hem omgaat, omdat bij de meester van het innerlijk leven is en veel invloed heeft bij de Heer en bij de Moeder van God. (De Smidse, nr. 554)

De naam Jozef was en is in een verscheidenheid van vormen een veel verspreide naam. Veel mannen heten Jozef, maar ook de vrouwelijke vorm komt veel voor. Naargelang de streek vinden wij allerhande variaties. Hier volgen slechts enkele voorbeelden van bij ons. Je kunt deze lijst ongetwijfeld met nog veel meer naamvormen aanvullen. Jozef, Joseph, Jos, Jef, Chef, Jefke, Joep, Joop, Joske, José, Josephus, Josse, Sef, Sjef, Beppe, Jozefien, Fien, Fiena, Fieneke, Jozefa, Josette, Josiane, Josina, Sien, enz.

Van uit het Oude Testament kennen wij allemaal de zoon van Rachel en Jakob, die door zijn broers verkocht werd. Diezelfde Jozef werd uiteindelijk onderkoning van Egypte en lag aan de basis van het verblijf van de Joden in Egypte. Van uit het Nieuwe Testament kennen wij de timmerman Jozef van Nazareth. Hij is de echtgenoot van de heilige Maagd Maria en de Voedstervader van Jezus. Gelovigen hebben de derde maand van het jaar heel speciaal aan hem toegewijd. In de wereldkerk vieren wij op 19 maart zijn feest als een hoogfeest. Sommige parochies richten in de maand maart een bedevaart in naar een of ander heiligdom ter ere van Sint Jozef. Zijn trouwe vereerders weten uit ondervinding dat je nooit tevergeefs beroep doet op zijn hulp. Ook Marguerite had een grote verering voor sint Jozef. Op 29 september 1977 schrijft zij in haar ‘Dagboek’:

Mijn geestelijke leidsman heeft gevraagd dat ik hier zou opschrijven wat zich de laatste tijd heeft voorgedaan. Ik maakte een lange week van groot lijden door; nog meer lichamelijk dan geestelijk. Ik had Jezus niet gevraagd mij ervan te ontslaan; ik voelde daar zelfs het verlangen niet toe. Ik begreep dat Jezus mijn lijden nodig had. Ik wist wel dat Hij op het juiste moment tussenbeide zou komen.

Op zekere dag, toen ik op het einde van mijn lichamelijke en nerveuze krachten was en nederig mijn zwakheid betreurde, die me belette verder te gaan, heb ik mijn toevlucht genomen tot Sint Jozef, mijn goede hemelse beschermer. Hij was het die, tijdens een droom, bij de aanvang van mijn bekering, met een brede beweging van zijn arm een gevaar waar ik me niet van bewust was, voor mij uit de weg ruimde. Ik heb de vaste overtuiging dat Sint Jozef op dit moment mijn beschermer tegen alle gevaren van het leven is geworden.

Ja, ik heb hem aangeroepen; ik ben begonnen met een noveen van vertrouwen. De tweede dag ondervond ik een gevoelige verbetering die zich verder doorzette. Ik heb die noveen beëindigd met een dankgebed. De Heer had me verhoord door de voorspraak van mijn goede vader Sint Jozef. Het is trouwens niet de eerste maal dat hij tussenbeide komt in mijn leven Deo gratias! Verering en dankbaarheid voor die goede heilige vervullen mijn hart. 

De Kerk eert de heilige Jozef met een hoogfeest. Dit is niet altijd zo geweest. Vroeger werd hem niet zo veel eer geschonken. En als wij de hedendaagse situatie bekijken merken wij dat nog altijd niet veel aandacht aan Sint Jozef geschonken wordt. Ondanks de ruime verspreiding van zijn naam en de talrijke kerken die hem zijn toegewijd blijft Sint Jozef nog altijd de stille, weinig gekende heilige.

In Midden – Europa werd al in de 9de eeuw het feest van Sint Jozef op 19 maart gevierd. Het heeft echter nog lang geduurd vooraleer Sint Jozef zijn plaats kreeg op de kalender. De Franse theoloog Jean de Gerson (° 1363 – + 1429) diende in 1414 een voorstel in om de heilige Jozef op de liturgische kalender van de katholieke Kerk te plaatsen. In diezelfde tijd leefde er ook in Italië een groot vereerder van Sint Jozef, nl. de heilige Bernardinus van Siëna. Hij werd rond 1380 geboren en stierf op 49-jarige leeftijd in 1429. Aangetrokken door het franciscaanse ideaal trad hij binnen in de orde van de minderbroeders. Bernardinus werd vooral bekend als rondreizende predikant en als schrijver van theologische werken. Hij kon boeiend en met heel veel talent spreken. Wanneer de heilige Bernardinus kwam preken waren de kerken heel dikwijls veel te klein. Hij moest dan buiten op pleinen en marktplaatsen preken, waar duizenden mensen samen stroomden om naar hem te luisteren. Bernardinus was ook een bekende vredestichter. Door onder andere zijn prediking heeft hij heel wat vijandige groepen of families dichter tot elkaar gebracht en met elkaar verzoend. Hij sprak heel graag over Sint Jozef. Hier volgt een kort uittreksel uit zo een preek.

Er bestaat een algemene regel aangaande speciale genaden welke aan een mens worden gegeven. Als God een persoon verkiest om een speciale genade of om een verheven roeping te ontvangen, zal Hij deze persoon overladen met alle mogelijke gaven en genaden die nodig zijn om hem of haar toe te laten de opgelegde taak te vervullen.

Deze algemene regel is zeer zeker van toepassing op Sint Jozef, de voedstervader van onze Heer Jezus Christus en echtgenoot van de Koningin van onze wereld, de H. Maagd Maria, die verheven is boven de engelen.

Hij was door de hemelse Vader verkozen als beschermer van zijn grootste schat, namelijk zijn goddelijke Zoon en Maria, de bruid van Jozef. Hij voerde de roeping die hem opgedragen was uit totdat God op het laatste zei: “Goede en trouwe dienaar, treed binnen in de vreugde van uw Heer” (Mt. 25,21).

Heilige Jozef, gedenk ons en pleit voor ons bij uw Zoon. Vraag uw heilige Bruid, de H. Maagd Maria genadig op ons neer te zien, daar zij de Moeder is van Hem welke tezamen met de Vader en de heilige Geest eeuwig regeert en leeft. Amen.

In 1479 werd ter ere van Sint Jozef een kerkelijk feest ingevoerd op de rooms-katholieke kalender. En dat had hij dan nog vooral te danken omdat hij bij de gewone gelovige al algemeen vereerd werd als de beschermheilige van timmerlieden en van stervenden. Het patroonschap van de timmerlieden haalde men uit het evangelie. Jozef was immers timmerman in Nazareth. Sint Jozef aanroepen als patroon van de stervenden was het gevolg van een gewone, logische redenering. De laatste maal dat er bij de evangelisten over een levende Jozef gesproken wordt is bij de terugvinding van de 12-jarige Jezus in de tempel te Jeruzalem. Daarna is er bij de evangelisten geen sprake meer van een levende Jozef. Daarom neemt men algemeen aan dat hij gestorven is vooraleer Jezus zijn thuis te Nazareth verliet om aan zijn leven van rondreizende Prediker en Rabbi te beginnen. Het ligt dan ook voor de hand dat Sint Jozef die, bij wijze van spreken, in de armen van Jezus en Maria gestorven is, aangeroepen wordt als schutspatroon van de stervenden.

Pas in 1621, onder paus Gregorius XV, werd het feest van Sint Jozef een feestdag in heel de Kerk. In 1679 werd hij uitgeroepen tot patroon van de Nederlanden. Maar het zou toch nog 191 jaar duren vooraleer een Paus de Kerk onder de hoede van de heilige Jozef plaatste. Om te begrijpen waarom dit gebeurde, moeten wij even teruggaan naar het niet zo verre verleden, nl. het jaar 1870. Eeuwen lang bezaten de pausen niet alleen geestelijke macht maar gedurende duizend jaar ook een zekere wereldlijke macht. Toen Karel de Grote in het jaar 800 door Paus Leo III tot keizer werd gekroond, gaf hij aan de paus een stuk land ten geschenke. Sindsdien bezaten de opeenvolgende pausen hun eigen staat en breidden geleidelijk aan hun bezittingen uit. Op 20 september 1870 drong een leger van 60.000 Piëmontezen onder bevel van de Sardijnse koning Victor-Emmanuel II Rome binnen. De pauselijke staten werden ingelijfd door de bezettingsmacht en definitief aan het wereldlijke gezag van de paus onttrokken. Paus Pius IX behield alleen het geestelijke bestuur over de Kerk. Het enige wat hem overbleef is de Citta del Vaticano (= Vaticaanstad). Sindsdien is de paus nog het wereldlijk staatshoofd van de soevereine staat Vaticaanstad. Deze is een onafhankelijke staat in de stad Rome en omvat de Sint-Pietersbasiliek, de Vaticaanse paleizen en Musea, de Vaticaanse tuinen en gebouwen. Het mini staatje heeft een oppervlakte van 44 hectaren en is daarmee het kleinste land ter wereld. De gebouwen van Vaticaanstad worden begrensd door de Middeleeuwse en Renaissance ommuring langs de Viale Vaticano en de zuilengalerij van het Sint-Pietersplein. Wij keren nu terug naar 1870. In deze penibele en woelige tijden wilde Paus Pius IX de toekomst van de Kerk toevertrouwen aan de goddelijke Barmhartigheid. Op 8 december 1870 stelde hij de Kerk onder de bijzondere bescherming van Sint Jozef en riep hem plechtig uit tot de “Beschermer van de gehele Kerk”. Dit feest werd gevierd op de derde woensdag na Pasen. Zo werd Sint Jozef dus de patroonheilige van de Kerk. Paus Leo XIII wees de maand maart aan als de Sint Jozefmaand.

Daarna hebben onze pausen meer dan eens het uitzonderlijk belang van de heilige Jozef benadrukt. In 1968, op 19 maart, zegt paus Paulus VI over Sint Jozef:

“Jozef is inderdaad de hoeder, de kostwinnaar, de opvoeder en het hoofd van het gezin geweest waarin de Zoon van God hier op aarde heeft willen leven. Hij is, in één woord, de beschermer van Jezus geweest. En de Kerk is in haar wijsheid tot de slotsom gekomen dat hij, die de beschermer is geweest van het lichaam, van het lichamelijke en geschiedkundig bestaan van Christus, in de Hemel zeker de beschermer van het Mystieke Lichaam van Christus, dat wil zeggen de Kerk, zal zijn.”

Op 15 augustus 1989 heeft paus Johannes Paulus II een uitgebreide brief geschreven over Sint Jozef, met als titel: Apostolische Exhortatie “Redemptoris Custos” (De hoeder van de Verlosser). Deze brief is één lange aansporing tot het herontdekken en herwaarderen van Sint Jozef. In hoofdstuk 6, met als titel: “Patroon van de Kerk van onze tijd” schrijft de paus:

Pius IX die de Kerk in voor haar moeilijke tijden heeft willen toevertrouwen aan de bijzondere bescherming van de heilige patriarch Jozef, heeft hem tot patroon van de katholieke Kerk uitgeroepen.

Wat zijn de motieven voor zoveel vertrouwen? Leo XIII zet het als volgt uiteen: “De redenen waarom de heilige Jozef als de bijzondere patroon van de Kerk beschouwd moet vloeien voornamelijk voort uit het feit dat hij de man van Maria en de voedstervader van Jezus was. Jozef was in zijn tijd de werkelijke en natuurlijke hoeder, het hoofd en de beschermer van de goddelijke Familie. De heilige Jozef verdient dus en is in de hoogste mate waard dat hij op de wijze waarop hij eens in alle omstandigheden op deugdzame wijze het gezin van Nazareth placht te beschermen, nu met zijn hemelse bescherming de Kerk van Christus beschut en verdedigt.

Deze bescherming moet nog steeds ingeroepen worden en is altijd nog noodzakelijk voor de Kerk, niet alleen om haar te verdedigen tegen de gevaren die oprijzen, maar ook en vooral om haar te steunen in haar vernieuwde inzet voor de evangelisatie in de wereld en voor de nieuwe evangelisatie van die landen en volkeren waar de godsdienst en het christelijk leven eens zeer bloeiend waren en die nu zwaar worden beproefd. 

In de evangelies zien wij een sint Jozef die erg op de achtergrond gebleven is. Paus Paulus VI zei het op 19 maart 1965 als volgt:

“In de spiegel van het evangelieverhaal bezien komt Jozef naar voren met de uitgesproken kenmerken van een verregaande nederigheid: een bescheiden arbeider, arm en onopvallend, waar niets bijzonders aan is, van wiens stem in de Kerk zelf geen enkele toonaard doorklinkt. Zij doet van geen enkel woord van hem verslag en maakt alleen gewag van zijn houding, van zijn gedrag, van wat hij heeft gedaan en dat alles in zwijgzame terughoudendheid en in volmaakte gehoorzaamheid.”

Op 1 mei 1955 kondigde paus Pius XII aan dat met ingang van 1956 de 1ste mei het feest moet gevierd worden van Sint Jozef arbeider. Het feest van Sint Jozef, beschermheer van de hele Kerk (Pius IX), verdween van de kalender. In 1969 werd ook het feest van Sint Jozef arbeider facultatief. Met andere woorden: men mag die dag de heilige mis vieren ter ere van Sint Jozef of men neemt gewoon het misformulier van de tijd van het jaar. In 1962 nam paus Johannes XXIII de naam van Sint Jozef op in de Romeinse canon van de heilige mis, onmiddellijk na de vermelding van Maria en voor de apostelen en martelaren. (= Eucharistisch gebed I)

Het feest van Sint Jozef heeft in de Kerk ook een hele weg afgelegd. Op dit ogenblik is de gevoeligheid voor de voedstervader van Jezus weer sterk afgenomen. Dit is normaal in een tijd van vervlakking en loochening van bijvoorbeeld het mysterie van het maagdelijk moederschap van Maria. Wanneer je Sint Jozef wilt herleiden tot de gewone natuurlijke vader van Jezus, herleidt je ook automatisch Jezus tot alleen maar een mens. Wanneer men dit mysterie, geboren uit de almacht van God, niet meer aanvaardt, kan men de plaats van Sint Jozef in het goddelijk heilsplan ook niet begrijpen. Wie niet wil of kan aannemen dat er nog méér kan bestaan dan alleen maar wat op een natuurlijke of wetenschappelijke manier kan bewezen worden, zal ook geen God meer aanvaarden, laat staan zijn mysteries.

Wie kijkt met de ogen van het geloof vindt Sint Jozef belangrijk genoeg om een grote plaats te bekleden in het plan van de Almachtige.

Marguerite schrijft over Sint Jozef op 19 maart 1977:

Ik ben hier op de afspraak van elke dag. Ik bemin mijn God, ik bemin mijn Moeder, en mijn aandacht gaat naar Sint Jozef! Vandaag is het zijn feest. Ik wil hem vereren. Ik ga de 7 vreugden en de 7 smarten bidden. Ik zal heel de dag een kaars laten branden in mijn kleine heiligdom. Ik vraag niets voor mezelf, ik vraag alles voor de anderen. Ik weet dat St. Jozef me beschermt. Mijn goede vader weet wat me past en verwijdert al wat me kan schaden. Ik heb zoveel vertrouwen in Sint Jozef!

Ik bid niet altijd tot hem, dat is waar; misschien niet genoeg. Maar ik weet dat hij hier is, dat volstaat. Een enkele blik zegt soms zoveel. Het belang van de rol die hij in mijn leven speelt, ontsnapt me niet. Zijn tussenkomsten, de droom die ik kreeg; dit alles is aanwezig in het diepst van mijn hart. Ik vereer hem met een mateloze dankbaarheid. Ik houd ervan hem op zijn feestdag te gedenken. De woorden zijn zo arm om uit te drukken wat ik voel voor deze grote, wonderbare heilige van de stilte en van de Liefde! Die goede vader, altijd bereid om op de achtergrond te treden, die trouwe bewaker van Gods schatten!

Hij is de grootste, de machtigste heilige van alle tijden. Hoe jammer dat hij niet méér gekend, bemind en vereerd wordt!

Ja, ik bemin St. Jozef: hoeveel genaden heeft hij me niet geschonken! Vandaag kom ik voor hem met alle Kleine Zielen van heel de wereld: voor allen, voor ieder, roep ik zijn bescherming in; ook voor mezelf. 

Het doet me goed me te herinneren dat hij, al sinds jaar en dag, over mij waakt. En dan degenen die ik bemin. Kan ik zeggen dat er mensen zijn die ik niet bemin? Misschien wat minder? Ja. En daarna denk ik aan mijn kinderen, ieder een stuk van mezelf. En dan aan hem die me leidt en in wie ik bescherming voel van de goede St. Jozef voor mij.

Er is de Paus, de bisschoppen, de mijne in het bijzonder, alle priesters, de gelovigen en de anderen. 

Hoeveel intenties breng ik voor de voeten van deze goede heilige! Ik heb pijn, ik heb zoveel pijn! O, ik wil die kans om alles aan de goede God te geven niet verkijken. Alles komt, alles gaat voorbij!”

Na deze mooie beschouwing van Marguerite, waarin haar liefde en verering voor Sint Jozef mooi tot uiting komt, stellen wij ons deze vraag: Waarom is Sint Jozef zo belangrijk voor het Legioen Kleine Zielen?

Sint Jozef is niet alleen de Beschermheer of Patroon van de Kerk maar samen met de heilige “kleine Theresia” ook Patroon van het Legioen Kleine Zielen. Op zondag 16 november 1997, de dag van haar naamfeest, deed Marguerite tot de aanwezige Kleine Zielen de volgende belangrijke uitspraak over Sint Jozef:

“Dierbare Kleine Zielen, als stichteres van dit Liefdewerk benoem ik officieel deze grote heilige tot Beschermheer van het dierbaar Legioen Kleine Zielen over heel de wereld. Ik dring er bij u op aan deze benoeming zeer ernstig te nemen, de uiterste kleinheid en nederigheid van Sint Jozef te overwegen, kleinheid en nederigheid tot in de hemel toe, waar nu zijn woonplaats is en waar hij, in de stilte van de oneindigheid, niet ophoudt te werken. Samen met de kleine Theresia van het Kind Jezus heeft het Legioen twee grote en machtige Beschermheiligen. Bidden wij vertrouwvol tot beiden om tussenkomst in ons leven. Vergeten wij niet dat Sint Jozef de grootste heilige is in de hemel, die de genade heeft ontvangen Maria, zijn zuivere bruid alsmede het Lam Gods te beschermen, en door wie grote dingen kunnen gebeuren. Laat ons dit vooral niet vergeten. ”

In het begin van zijn apostolische Aansporing van 15 augustus 1989 over de persoon van de heilige Jozef en zijn zending en betekenis voor Christus en de Kerk, zegt paus Johannes Paulus II waarom hij het zo belangrijk vindt om uitdrukkelijk over Sint Jozef te schrijven.

Hij wil enige gedachten tot overweging aanbieden over hem aan wie God de zorg voor zijn meest kostbare schatten heeft toevertrouwd en dat doet hij opdat bij allen de devotie tot de patroon van de universele Kerk en de liefde tot de Verlosser, die hij op voorbeeldige wijze heeft gediend, mag toenemen. Zo zal heel het christenvolk niet alleen vuriger zijn toevlucht nemen tot Sint Jozef en met vertrouwen zijn bescherming inroepen, maar altijd zijn nederige, rijpe wijze van dienen en van deelnemen aan het heilsbestel voor ogen houden.

In het vervolg van deze brief gaat de heilige Vader na waar en wanneer Sint Jozef in het evangelie ter sprake komt en welke zijn opdracht is in het heilsplan van God. Heel zijn levenslot is onlosmakelijk verbonden met de uitverkiezing van Onze Lieve Vrouw tot Moeder van de Verlosser.

Vooraleer deze uiteenzetting te beëindigen volgt nog één Boodschap over Sint Jozef. Het is 19 maart 1979, feest van de heilige Jozef. Marguerite mediteert over Sint Jozef en het grote voorrecht, en de belangrijke opdracht die hij van God gekregen heeft. En terwijl zij al nadenkend bidt en biddend nadenkt, spreekt Jezus tot haar met een verhelderende Boodschap.

M: Mijn hart en mijn gedachten gaan uit naar Sint Jozef. Ik ben geheel doordrongen van de herinnering aan de droom die ik jaren geleden kreeg.

Marguerite bedoelt hier de droom waarover zij op 29 september 1977 nog eens geschreven heeft. Bij de aanvang van haar bekering ruimde Sint Jozef met een breed gebaar van zijn arm een gevaar voor Marguerite uit de weg, waarvan zij zich op dat ogenblik niet bewust was. In het vervolg van haar overweging komt zij daar nog eens op terug.

Ik voel zijn bescherming die in de loop der jaren tot uiting kwam. Ze bleef steeds op de achtergrond tegenover Gods werking in mijn ziel, maar toch steeds werkzaam in moeilijke momenten van mijn bestaan. Ze verwijderde steeds met een sterk gezagvol gebaar de gevaren die mij, een door God uitgekozen kind, van alle kanten belaagden. 

Opnieuw zie ik de tedere beschermende blik die op mij rust. Ik zie opnieuw dezelfde blik die verstrakte bij het zien van de gevaren die mij bedreigden, het handgebaar dat ze van mij verwijderde.

Dit alles is mij net zo levendig in mijn geheugen geprent als de eerste dag. Ik kan niet nalaten mijn hemelse beschermende vader, die goede Sint Jozef, mijn hulde en erkentelijkheid te betuigen. Waarom bid ik niet méér tot hem? Omdat zijn nederigheid zich niet beroept op de eretitels die Hij van de Heer ontving.

Nu is hij daar altijd bij Jezus en Maria. Maar hij schept er behagen in alle plaats in mijn hart aan Hem over te laten. Waakzaam beschermt hij voortdurend zijn kleine ziel, maar hij doet het zo bescheiden dat ik niet altijd besef van waar de hulp komt. 

Jezus:  De droom die ge hadt, is meer dan een symbool, het is de tastbare werkelijkheid van elke dag, van elk ogenblik, want nooit verslapt zijn aandacht voor Mij.

Weet wel dat ge in de hemel geen grotere beschermer hebt dan hij.

Op aarde heb Ik hem geëerd: beschermer van mijn Kindsheid, beschermer van mijn heilige Moeder.

Hier in het verblijf van de uitverkorenen, behoudt hij zijn macht over mijn Hart en over het beminnelijk Hart van haar die hij reeds op aarde vereerde.

Machtige voorspraak!

Macht om in te grijpen in uw leven en in het leven van allen die Mij liefhebben.

Ik heb hem genoemd:

Vorst van de hemelse deugden; 

Beschermer der volkeren; 

Middelaar voor de gezinnen die in gevaar verkeren; 

Leraar van mijn Wil in de zielen van goede wil;

Wat kan Ik hem weigeren, die bij mijn komst in de wereld aanvaard heeft om Mij doeltreffend te beschermen, toen mijn Moeder en Ik als klein Kind bedreigd werden door de beulen die ons zochten te doden.

Vereer deze grote Heilige, de Grootste omwille van Zijn innige verbondenheid met Mij en Maria, zijn zuivere Bruid.

In de Boodschap noemt Jezus Sint Jozef de grootste heilige na Maria. Wij hebben alle reden om God te danken omdat Hij ons ook een heilige Jozef geschonken heeft. Marguerite bedankt Jezus dan ook met een mooi gebed tot Sint Jozef. En met dit gebed, in een licht aangepaste vorm, zal ik deze beschouwing beëindigen.

Mijn lieve Kleine Zielen,

Bij het begin van deze beschouwing stelden wij vast dat Sint Jozef vandaag in de Kerk niet meer zo uitdrukkelijk vernoemd en vereerd wordt. Wij bidden en hopen dat dit een voorbijgaand verschijnsel is. Het is dwaas en getuigt van grote lichtzinnigheid of gebrek aan geloof een zo machtige beschermer en voorspreker bij God te negeren of te minimaliseren uit ongeloof of onverschilligheid.

Gelukkig zijn er nog veel mensen, waaronder heel wat Kleine Zielen, die een diepe eerbied voor Sint Jozef koesteren en daar ook durven voor uitkomen. Ook onze laatste Pausen hebben niet gezwegen. Zij hebben verscheidene klare, ondubbelzinnige en lovenswaardige uitspraken gedaan en teksten gepubliceerd die tot verering aansporen. Maar hun woorden klinken niet luid genoeg en bereiken de gelovigen niet. Laten wij bidden dat onze priesters in hun verkondiging meer aandacht willen schenken aan Sint Jozef. Mgr. Josémaria Escriva de Balaguer van wie ik bij het begin van deze conferentie reeds een citaat heb aangehaald, schreef in datzelfde boek ‘De Smidse’ (nr. 552):

Kijk eens hoeveel redenen er zijn om de heilige Jozef te vereren en van zijn leven te leren. Hij stond sterk in het geloof… hij wist zijn gezin Jezus en Maria met hard werken vooruit te brengen, hij eerbiedigde de zuiverheid van de Maagd Maria die zijn bruid was, hij respecteerde – beminde – de vrijheid van God die niet alleen de Maagd uitkoos als zijn Moeder maar die hem ook als echtgenoot van Maria wilde.

Wist ge dat Sint Jozef ooit is uitgeroepen tot patroonheilige van België, Bohemen, Korea, Peru, Oostenrijk, Canada, Mexico en Vietnam? Maar ook van Firenze, Sicilië en Turijn? Hij is ook de patroonheilige – en mijn lijstje is verre van volledig – van de families, arbeiders, snoepfabrikanten, schrijnwerkers, timmerlui, diplomaten, vaders, pioniers, reizigers en stervenden. Zijn hulp wordt ingeroepen tegen het twijfelen, voor hen die aarzelen, voor hen die strijden tegen het communisme, voor het vinden van een woning, voor sociale rechtvaardigheid, voor een goede dood. Sint Jozef is de beschermer van de rooms-katholieke Kerk en één van de twee speciale beschermheiligen van ons Legioen Kleine Zielen. Wij zijn in heel goed gezelschap. Laten wij dankbaar om hun hulp en bijstand bidden bij de zending die wij van Jezus gekregen hebben.

Op 18 juni 1992 zegt Hij tot Marguerite:

Jezus:  Mijn kind, luister, want mijn Hart wil u leren wat Liefde-Caritas is, vurige Liefde, levende Liefde, die dit brandend vuur verspreidt in het ganse heelal. Ik geef u mijn Kracht om de ganse wereld te raken. Gij zijt klein, maar door Mij zijn uw liefdedaden groot. En Ik wil u een nog grotere Liefde geven, een Liefde die de grenzen van de wereldse verdorvenheid overschrijdt. Wilt ge dat?

M:  Ja, ik wil het.

Jezus:  Duld geen enkele inbreuk op de zending die de uwe is en die ge moet aanleren aan de Kleine Zielen. Leer hun zich te geven, zich te vergeten in Jezus – Eucharistie. Ik kan mijn Liefde niet meer inhouden. Deze wereld is te arm aan Liefde om Me te verzadigen. Ik wil de aarde van de mensen veroveren, maar Ik heb zielen nodig, kleine zielen, om voor Mij op stap te gaan, om te verwittigen dat Ik kom en dat Ik ongeduldig ben te zoeken en weer te vinden wie Ik heb gered. Hier ben Ik in tegenspraak met mijn Gerechtigheid die Mij stuwt en tracht door te gaan. En Ze komt doorheen de spleten die een grote doorbraak aankondigen om het kwaad te vernietigen. Klein zijn tegenover Mij versterkt de Tederheid die Ik u toedraag en die de doorbraak van mijn Gerechtigheid verspert. Open Mij de deur van uw hart. Wees werkelijk een Legioen van Liefde. Ik ben Liefde. Ik ben vooral de Allereerste. Maar de Gerechtigheid volgt Mij op de voet.

Een Kleine Ziel moet leven vanuit de Eucharistie en vanuit de eenheid van het ware geloof in de Kerk. Wij moeten ons tot het uiterste inspannen en missionarissen van God worden.

Op 7 april 1992 zegt Jezus:

Ik zal de kleine zielen tot in het oneindige vermenigvuldigen en er zielenvissers van maken. O mijn dochter! Ge weet niet wat Ik met u tot stand heb gebracht.

Anderhalve maand later, op 15 mei zegt Hij:

Dat mijn Kleine Zielen zich tegenover Mij houden als een Liefdesofferande. Ik zal van hen verkondigers maken van het goede nieuws, en mijn legioenairs zullen op hun hart hetzelfde symbool dragen waardoor ze elkaar zullen herkennen, broers en zusters van éénzelfde Vader en éénzelfde Moeder, om het kwaad te overwinnen dat thans in mijn Schepping heerst. Daarom heb Ik een Legioen Kleine Zielen nodig.

En tenslotte, in de Boodschap van 13 augustus 1993 lezen wij:

De Kleine Zielen zijn al bezig het uitzicht van de aarde te veranderen. Met mijn genade hebt gij het schild opgeheven tot verdediging van het geloof dat sterk in opspraak is gekomen. Er zijn vruchten in overvloed, maar Ik zeg u, er zullen stromen losbarsten om ze te vernietigen. Maar niets zal de opmars van het Legioen kunnen tegenhouden, noch zijn bloei in alle landen, niettegenstaande verliezen wegens het onbegrip van sommigen.

Laat ons bidden. Heilige Jozef, goede Vader, ik koester zo veel genegenheid voor u. Vandaag heb ik u zoveel te vragen: voor mijzelf, voor het Legioen Kleine Zielen, voor hen die ik liefheb, en voor hen die niet van mij houden, voor mijn vrienden, voor de arme zondaars en er zijn er zoveel, want wij zijn allen zondaars, Heilige Jozef, bid voor ons; bescherm uw Legioen Kleine Zielen en maak hen tot ware getuigen van de Barmhartige Liefde. Amen.

Uit; Het Legioen Kleine Zielen, Tijdschrift van het Legioen Kleine Zielen van het Barmhartig Hart van Jezus, Hasselt, 38ste Jaargang nr. 1, Maart 2010, blz. 24-39.