A. Ory – ‘Klein worden’

Toespraak te Chèvremont, 26 september 1990

Z.E.H. A. Ory wijst op de roeping van de Kleine Zielen tot kleinheid naar het voorbeeld van Maria in tegenstelling tot de houding van Zacharias.

Sinds 1965 krijgt Marguerite boodschappen uit de Hemel. Nu leven wij in het jaar 1990. Vijfentwintig jaar zijn er verstreken sinds het begin. Wij mogen derhalve spreken van een zilveren Legioen. 

Intussen hebben wij ruimschoots de tijd gehad om de boodschappen te overwegen. Soms is dat meer dan nodig. Aanvankelijk waren heel wat bestuursleden van LKZ niet gelukkig met de uitdrukking ‘kleine zielen’. In de titel van de eerste Nederlandstalige uitgave waren de ‘kleine’ zielen vervangen door ’eenvoudige’ zielen. Hiertegen heeft Jezus zelf zich verzet en gevraagd dat de uitdrukking ‘kleine zielen’ behouden zou blijven. Schoorvoetend hebben wij ons dan bij die wilsbeschikking neergelegd. Wij wilden wijzer zijn dan de Heer Jezus zelf. Is dat geen duidelijk bewijs dat we de evangelische betekenis van ‘klein’ nog niet hadden begrepen? Waarom anders het beter willen weten dan Jezus? 

Gedurende al die jaren was ikzelf evenmin gelukkig met die benaming ‘kleine zielen’. Buitenstaanders bespotten ons door ons ’kleinzieligen’ te noemen. Soms zei ik stiekem tegen Jezus: ’Lieve Heer, kondt Gij niets beters bedenken voor uw Legioen? Als christenen worden we al bespot in een geseculariseerde wereld; op kleine zielen weegt de spot dubbel zwaar.’ 

In het Evangelie spreekt men nochtans ook over die mysterieuze ’kleinheid’: ’Voorwaar Ik zeg u, als gij u niet bekeert en wordt als kleinen, zult ge niet binnengaan in het Rijk der hemelen’ (Mt. 18,3). 

Dan dacht ik: ‘Lieve Heer, zeker weer een van uw vele overdrijvingen?’ Wij moeten ons dus bekeren! Wij moeten ons veranderen? Worden als kleine kinderen! Belachelijk! Ik voelde me zoals Nicodemus, toen hij uit de mond van Jezus vernam dat hij herboren moest worden. Zijn vraag aan Jezus was: ‘Als men volwassen is, kan men toch niet opnieuw geboren worden! Kan men terugkeren in de schoot van zijn moeder om herboren te worden?’ (Joh. 3,4). 

Vier maand geleden ongeveer heb ik een beetje mogen begrijpen wat Jezus bedoelt met die mysterieuze ‘kleinheid’. Dat heeft jaren geduurd. Meer dan vijftig jaren christelijke opvoeding - theologische studies inbegrepen - en bijna twintig jaar levendig contact met de Boodschap van de Barmhartige Liefde aan de Kleine Zielen. Maar beter laat dan nooit. Ik voel me thans zo gelukkig met deze ontdekking dat ik ze u verlang mee te delen. Zoals de Engelsman die na een reis rond de wereld Engeland ontdekt! Een kleine ziel, die na 25, ja 50 jaar, ontdekt wat ’kleinheid’ betekent. 

Wat is er nu typisch voor een kind? Het aanvaardt wat een volwassene zegt, niet in zover het begrijpt wat hij vertelt, maar omdat hij vertrouwt op die volwassene. Een kind gelooft zijn vader, zijn moeder, zijn meester, zijn juffrouw. Het tracht niet steeds te verstaan. 

Een volwassene reageert totaal anders. Hij aanvaardt wat de andere vertelt op voorwaarde dat hij redelijk acht wat hij hoort. Hij is kritisch ingesteld. Hij wil in allereerste instantie 'begrijpen’. Er is steeds een zender en een ontvanger. De ene zendt een boodschap uit; de andere aanvaardt ze, of verwerpt ze. 

Een paar voorbeelden uit het Evangelie ter illustratie. De engel Gabriel brengt zijn boodschap uit de Hemel, eerst aan Zacharias, daarna aan Maria. In beide gevallen gaat het om de geboorte van een kind dat niet verwacht wordt. In beide gevallen is de geboorte zelfs onmogelijk, in het ene geval omwille van de gevorderde leeftijd, in het andere geval omwille van de gelofte van maagdelijkheid. 

Zacharias verwerpt de boodschap van de engel op basis van zijn redelijk oordeel. Een vrouw wordt onvruchtbaar op bepaalde ouderdom. Dat is een onbetwistbare waarheid onder mensen. Met dat argument sluit hij zich voor de boodschap van de engel. Hij verkiest zijn redelijk inzicht boven de boodschap van de engel. Hij gedraagt zich als een volwassene. Daarom geraakt hij ook niet binnen in dat onderdeel van het Rijk der hemelen. Zijn ongeloof - zijn uitsluiting - is duidelijk onderlijnd door zijn stomheid. 

Om binnen te geraken in dat deel van het Rijk der hemelen moet hij veranderen, moet hij zich bekeren, moet hij worden als een kind. Pas wanneer hij de naam ‘Johannes’ schrijft op een schrijftafel (Lc. 1,63), volgens de boodschap van de engel (Lc. 1,13), kan hij opnieuw spreken, uiterlijk teken van zijn ommekeer. Van ongelovige is hij gelovige geworden. Hij heeft moeten leren reageren zoals een kind; niet zijn verstand stellen boven de boodschap, maar de boodschap stellen boven zijn verstand. Deze boodschap heeft hij niet begrijpelijk moeten vertalen; hij heeft haar moeten nemen zoals zij is, zonder te begrijpen; zijn vrouw zou een kind krijgen ondanks haar hoge leeftijd. 

O.L.Vrouw daarentegen heeft heel anders gereageerd. Nochtans was de boodschap die zij van de engel kreeg sterk gelijkend op die aan Zacharias. Zij bezat haar redenen die even sterk waren als die van de priester om zich te sluiten voor de boodschap. Haar maagdelijkheid woog even zwaar door - misschien zelfs zwaarder - als de hoge ouderdom bij Zacharias. 

Heeft Zij niet gezegd: ‘Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken’ (Lc. 1,34)? Men kan moeilijk veronderstellen dat Maria geloof gehecht heeft aan de boodschap van de engel uit onwetendheid. En toch is haar reactie totaal verschillend van die bij Zacharias. Verkoos de priester zijn verstand boven de boodschap, dan verkoos Maria de boodschap boven haar verstand. Zij verstaat evenmin als hij. Toch spreekt Zij die wonderbare woorden uit: ’Mij geschiede naar Uw woord’ (Lc. 1,37). Maria heeft zich gedragen als een kind; Zacharias als een volwassene. Daarom werd Zacharias gestraft door de engel om zijn ongeloof (Lc, 1,20) en werd Maria geloofd door Elisabeth om haar geloof (Lc. 1,45). 

Maria had geen bekering nodig. Daar Zij vol was van genade (Lc. 1,28), was het voor haar niet zo moeilijk af te zien van haar kritische ingesteldheid. Van meet af aan kon Zij instemmen met de boodschap van de engel, zonder er iets van te begrijpen.

Alle anderen, te beginnen met Zacharias en met Sint Jozef, die op zeker ogenblik eraan dacht te scheiden van Maria, hebben zich moeten bekeren, zijn moeten worden als kinderen, om zo binnen te geraken in de geheimen van het Rijk der hemelen. Van nature uit is de mens geneigd zijn zienswijze, die hij begrijpt, te stellen boven een boodschap uit de Hemel, die hij niet begrijpt. Alleen als hij zich bekeert en de boodschap uit de Hemel die hij niet begrijpt toch voorrang verleent op zijn zienswijze die hij wel begrijpt, wordt hem de toegang tot het Rijk der hemelen gewaarborgd. Dat bedoelt Jezus als Hij vraagt dat we ons moeten bekeren en worden als kinderen.

Op onze dagen is de maatschappij ’volwassen’ geworden. Velen bezitten een universitair diploma, velen denken 'wetenschappelijk’. Vaak spreekt men over ‘catechese voor volwassenen’. Dat kan op twee manieren verstaan worden, nu eens als goede catechese voor volwassenen, mysteries en mirakels inbegrepen, dan weer als onbetrouwbare catechese, zonder mysteries en zonder mirakels, in dienst van mensen die voortaan zich niet meer wensen te gedragen als kinderen, maar veeleer als volwassenen, die alles verwerpen wat ze niet begrijpen.

Op deze dagen reageren velen zoals Zacharias voor zijn bekering. Hij had de boodschap van de engel verworpen, zolang hij zijn zienswijze stelde boven de boodschap. Gedurende eeuwen heeft men, uit trouw aan de Overlevering, de mysteries en mirakels uit het Evangelie aanvaard, zoals de Kerk ons voorhoudt te geloven. Sinds enkele decennia - meer bepaald sinds 1960 - weigeren sommigen, zelfs op de sleutelposities in de Kerk, de leer van die Kerk. Zij steunen op hun eigen redelijkheid, die heel wat gegevens uit de openbaring afwijst.

Deze averechtse bekering, waardoor menig ’gelovige’ van het einde van de twintigste eeuw zijn kind-zijn afzweert om volwassen te worden, ligt aan de basis van de geloofscrisis op onze dagen.

Tegen deze achtergrond, nu velen deze kinderlijke houding afzweren, en de mentaliteit van de volwassene aankleven, vraagt Jezus, sinds 1965 een ’Legioen Kleine Zielen’, om zovele afgewekenen uit te nodigen zich te bekeren en opnieuw te worden als kinderen. Hij heeft Zijn ‘Legioen’ gewild bestaande uit mensen die bereid zijn zich te gedragen als kinderen, d.w.z. zijn Boodschap, die geen andere is dan die van het Evangelie, te aanvaarden, ook zonder te begrijpen. In plaats van de geloofsmysteries verstaanbaar te vertalen, vraagt Jezus ze te aanvaarden zoals ze zijn, ook zonder ze te verstaan.

Velen huiveren op onze dagen voor elk mysterie, voor elk mirakel, omdat men ze niet begrijpt. Men loochent ze wel niet expliciet, maar vaak zoekt men zo'n afwijkende vertaling, dat deze gelijk staat met een loochening ervan. Men doet het Evangelie vaak het tegenovergestelde zeggen van wat er staat.

Onlangs schreef mij iemand in een naamloze brief: Het kan mij niet schelen of Maria maagd is of niet; het kan mij niet schelen of Jezus verrezen is de derde, de vierde, de vijfde of de zesde dag, hoofdzaak is vriendelijk te zijn tegenover onze evenmens. Elk geloofsmysterie was bij hem overtollig geworden. Waarom nog leuren met ‘geloofsartikels’, die niemand lust? Deze ingesteldheid betekent het einde van het christendom en leidt regelrecht naar het humanisme.

Het merendeel van de ’moderne gelovigen’ moet zich bekeren uit deze volwassen-mentaliteit en terug worden als kinderen, indien ze althans willen binnentreden in de mysteries van het Rijk der hemelen.

Kinderen die nog naar de kerk komen, worden zeldzaam. Waarom? Voor hen heeft de H. Eucharistie geen waarde meer, ook al leert de Kerk nog steeds dat de H. Mis het hoogtepunt is van ons christelijk leven. Het merendeel van de kinderen - en ook van de volwassenen - heeft geen oor meer voor een dergelijke boodschap. Er bestaan zoveel interessante ontspanningen: sport, televisie, dans, muziek... Daarin gedragen kinderen uit onze tijd zich als volwassenen. Zij hechten waarde aan wat zij waardevol ervaren, niet aan wat de Kerk als waardevol voorhoudt. Wat voor hen telt is niet de leer van de Kerk, maar de keuze van hun leeftijdgenoten. Leven die zonder godsdienst, dan leven ook zij zonder godsdienst.

Daarom verlangt Jezus dat in elke parochie een kern van kleine zielen tot stand zou komen, eilandjes van heiligheid, om aan te tonen dat het op onze dagen even gemakkelijk - of even moeilijk - is om te geloven als in de tijd van Zacharias, Jozef en Maria. Deze verspreide kernen van kleine zielen vormen samen een ‘legioen’.

Toch merkwaardig dat Jezus zijn ’kleine zielen’ uitvindt op het zelfde ogenblik nu velen hun overgeërfde kleinheid afzweren om godsdienstig te gaan leven als volwassenen. Deze averechtse bekering, deze terugkeer tot het heidendom, sluit hun onverbiddelijk buiten de geloofsmysteries.

De taak van het LKZ is van levensbelang voor het christendom op onze dagen. Als men zich niet bekeert en opnieuw wordt als ‘kleinen’ zal men beslist niet binnen geraken in de geheimen van het Rijk der hemelen. Lid worden van het Legioen is een eerste stap; zich bekeren en worden als kinderen is hetgeen wat Jezus uiteindelijk op het oog heeft.

Bron: ‘Het Legioen Kleine Zielen’, Orgaan van het Legioen Kleine Zielen van het Barmhartig Hart van Jezus, Uitgever G. de Winter, Deurne, 18de Jaargang, September 1990, blz. 10-13.

  • Pastoor Armand Ory 
  • Hij werd geboren te Hoepertingen (Belg. Limburg) op 10 januari 1927 en overleed, uitgeput van zijn noeste arbeid, in de Heer te Sint-Truiden op 9 november 2002. Hij werd priester gewijd te Luik op 22 juli 1952. Was leraar te Genk en te Borgloon en daarna gelijktijdig pastoor te Hendrieken-Voort en Gelinden (Belg. Limburg). Hij werd stichter-schrijver van “Sint-Lambertus kring”. Bij zijn overlijden hield dit op te bestaan. Zijn belangrijkste werk tijdens zijn leven was het aanbieden aan de H. Kerk van de “Funktionele Exegese”, boek met imprimatur van Mgr. Heuschen, over de historiciteit van de Evangeliën, en een aantal boeken waarin deze exegese op de Bijbel (N.T.) wordt toegepast.Overlijdensbericht pastoor Ory: http://www.inmemoriam.be. – Verdieping in de werken van pastoor Ory: Op de KULeuven KADOC (Katholiek documentatiecentrum) zie hun website; https://kadoc.kuleuven.be