Door Pastoor A. Ory
(Uit: Tijdschrift ‘Het Legioen Kleine Zielen’, December 1976, blz. 8-14)
Bidden zinloos?
Menig mens – en helaas soms hier of daar een priester – beweert dat bidden overbodig is geworden, een nutteloze of zelfs een schadelijke bezigheid, die niet meer hoeft in dit laatste kwartaal van de 20ste eeuw. Onwillekeurig vergelijkt men dan het religieuze leven met een economisch bedrijf, waar de meesten hard werken aan de lopende band, terwijl anderen al dromend zoeken rond te slenteren in een dolce far niente. De eersten zijn bruikbaar voor het rendement; de laatsten worden doorgestuurd omwille van hun nutteloosheid. Bidden wordt door sommigen op dezelfde leest geschoeid als dromen.
Werken, bezig zijn met mensen, produceren, dat alles vindt gemakkelijk instemming; bidden wordt licht in vraag gesteld; men ziet er niet goed de productiviteit van in.
Wat moeten Legioen Kleine Zielen-leden denken over een dergelijke opvatting omtrent het gebed, die tegenwoordig helaas in bredere kringen is verspreid?
Martha en Maria
Bij de evangelist Lucas lezen wij de wondere geschiedenis van Martha en Maria (Lc.10,38-42), waarvan het verhaal gekend is: “terwijl Martha in beslag genomen werd door het vele bedienen.” Beide zusters incarneren duidelijk twee tegenovergestelde levenshoudingen, die sterk contrasterend naar voren komen op onze dagen. Martha is de belichaming van de arbeid, Maria van het gebed of de contemplatie.
Sommige moderne mensen vinden zich gemakkelijker terug in de persoon van Martha en moeten noodgedwongen ernstige bezwaren koesteren jegens Maria. Volgens de economische normen presteert Martha wel en Maria niet, is Martha dus één en al werkdadige liefde voor Jezus en Maria in feite liefdeloos, want de eerste spijzigt de hongerige Jezus, terwijl het de tweede blijkbaar niet deert dat Hij honger lijdt.
Gemakkelijk beweert men daarenboven dat het werk, zoals Martha verricht, het enige echte gebed is dat zinvol blijft. Zich liefdevol inzetten voor de evenmens krijgt niet alleen de decoratie van werklust maar ook van gebedsgeest. In dat perspectief moet Martha evenzeer de goedkeuring als Maria de afkeuring van onze generatie meedragen. Martha zelf is geërgerd door het gemis aan engagement van haar zuster Maria, zodat ze haar ongenoegen niet verbergt. Zij uit haar kritiek aan Jezus als volgt: “Heer, trekt Gij het u niet aan dat mijn zuster mij alleen de bediening overlaat?”
Een tegendraads antwoord
Indien Martha haar beklag gemaakt heeft bij Jezus, dan is het in de stellige hoop gelijk van Hem te krijgen. Maria van haar kant heeft geen klacht ingediend tegen haar zuster, ‘omdat die nog geen tijd had om naar Jezus’ woorden te luisteren’. Was Martha ontstemd omwille van Maria, Maria was niet ontstemd omwille van Martha.
Het antwoord van Jezus is uitermate leerrijk, zowel om zijn helderheid als om zijn inhoud. Jezus zoekt niet naar dubbelzinnige taal, om én Maria én Martha evenzeer te behagen. Zijn antwoord laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Wel stelt Hij een waardeoordeel voor dat indruist tegen hetgeen van Hem verwacht wordt. Hoe vaak spreken wij, gewone mensen, dubbelzinnige taal al was het maar om te behagen aan onze respectievelijke gesprekspartners. Aan Martha zouden wij best durven zeggen dat werken en aan Maria dat bidden het beste is.
Jezus doet niet zoals de doorsnee mens. Hij geeft Martha geen gelijk, integendeel, onomwonden vertelt Hij haar zijn mening ook al loopt die uit op een ontgoocheling voor Martha: “Gij zijt bezorgd en bekommerd om vele dingen; slechts één is noodzakelijk en Maria heeft het goede deel verkozen”. Jezus corrigeert diegene die hoopte geprezen te worden en Hij prijst haar die geen angst had voor kritiek van buitenstaanders.
Luisteren naar het H. Evangelie
Jezus’ woorden rechtstreeks beluisteren, van persoon tot persoon, zoals Maria, ligt natuurlijk niet meer in ons vermogen, sinds de dood en verrijzenis van Jezus. Toch is ons een wonderbaar middel ter beschikking gesteld om met de Meester in contact te treden nl. het Evangelie. In dit boek zijn de woorden en ook de daden van Jezus opgetekend ten gerieve van de christenen van alle tijden. Wie devoot deze woorden beluistert, hoort Jezus zelf. Dank zij de H. Schrift weergalmt Jezus’ woord tot in de 20ste – én 21ste – eeuw, met een nooit geëvenaarde betrouwbaarheid. Zijn woorden zijn trouwens niet alleen bedoeld voor tijdgenoten, maar voor gelovigen van alle tijden. In de mate dat wij deze gewijde woorden van Jezus beluisteren in een mediterende evangelielezen, kunnen wij delen in het voorrecht van Maria en met haar het beste deel verkiezen.
Het regelmatig contact met de H. Schrift is ongetwijfeld de beste manier van bidden. Daardoor leren wij Jezus in al zijn wezensaspecten kennen. In de mate dat wij Hem kennen, groeit ook onze liefde en in de mate dat wij Hem liefhebben boven alles, maken wij ons geschikt om binnengetrokken te worden in zijn Rijk der Hemelen.
Honderden spelen helaas tegenwoordig de rol van Martha om te verhinderen dat er zou geluisterd worden naar Jezus’ woorden, onder het bedrieglijk voorwendsel Hem des te beter te dienen. Wie reeds echt geluisterd heeft naar zijn woord staat boven deze ongegronde kritiek. Men luistert naarmate men liefheeft en men heeft lief naarmate men luistert.
Woorden uit de Boodschap
Er is maar één stap nodig om over te schakelen van het Evangelie naar de Boodschap (Boodschap van de Barmhartige Liefde – Legioen Kleine Zielen); het ene is de oer-boodschap of Blijde Boodschap; de andere is de actualisering ervan voor onze tijd. Tussen Evangelie en Boodschap bestaat in feite geen verschil; de laatste is de vertaling van het eerste voor onze tijd. Tegenwoordig zoekt menigeen een eigentijdse geloofsvertolking, die nodig is als een opwarming van de boodschap voor alle tijden in onze eeuw. Deze actualisatie is even noodzakelijk als riskant. Hoevelen hebben helaas gefaald in deze noodzakelijke onderneming, door wel de woorden van Jezus te bewaren maar de inhoud ervan te verkwisten? Hoe vaak wordt het marxisme niet opgediend in een christelijke verpakking als zijnde de boodschap van Jezus voor mensen van nu. Dit is ongetwijfeld een van de grootste bekoringen waaraan onze generatie is blootgesteld. Aan de meeste universiteiten is men er helaas het slachtoffer van geworden. Men spreekt nog dapper door van Jezus’ Rijk, dat echter niets te maken heeft met christelijke heiligheid, maar des te meer met profane vrijheid en gerechtigheid. De verpakking blijft christelijk doch de inhoud wordt humanistisch. Het modernisme is de bedrieglijke poging tot actualisatie van Jezus’ boodschap.
Hiertegenover staat in al zijn eenvoud de Boodschap van de Barmhartige Liefde, die de geslaagde actualisatie van Jezus’ leer voor onze tijd kan genoemd worden. Deze geslaagde aanpassing wordt echter niet gedoceerd aan een of andere theologische faculteit, maar wordt doorgespeeld als Jezus’ eigen woord, ter beschikking gesteld van een schamel mensenkind (met de naam Marguerite).
Dit is de uiteindelijke reden waarom de Boodschap zo hardnekkig bestreden wordt door de voorstanders van het modernisme. In de Boodschap wordt trouwens weer recht gezet wat door dwaalleraars wordt omver gekegeld.
De Boodschap slaagt er immers in terzelfder tijd 100% trouw te blijven aan de apostolische Traditie en tevens aangepast te zijn aan de noden en het begripsvermogen van de post-conciliaire mens.
Is het waar dat het eigenlijke Evangelie wat moeilijk uitvalt en helaas te weinig gelezen wordt door onze gelovigen, dan is het boek De Boodschap de eenvoud zelf die toegankelijk is voor alle kleine zielen. Ook brengt de Boodschap ons een hemelse waarschuwing tegen de gevaren van afwijkingen in de moderne Kerk. Zovelen helaas juichen de afdwalende trend toe als de frisse vertaling van het christendom voor nu. Niets is gevaarlijker dan dingen toejuichen die men eerder moet afzweren.
Evangelie-bladzijden
Niet iedereen wordt aangegrepen door Jezus’ woorden in zijn Boodschap. Voor velen is het zelfs principieel een nonsens, omdat zij de mogelijkheid a priori uitschakelen dat Jezus nu tot een mens zou spreken. Indien de mirakelen uit het Evangelie niet meer kunnen, hoeft het niet te verwonderen dat die van nu geloochend worden. Dan is elke private openbaring te herleiden tot een soort ‘ervaring’ van de persoon die de boodschap brengt. In het beste geval spreken deze mensen dan van vrome verzinsels, bedacht door een of andere geïllumineerde. Dan vervalt de betrouwbaarheid van een boodschap natuurlijk van goddelijke garantie tot menselijke twijfelachtigheid.
Op grond van dergelijke ongemotiveerde vooroordelen stellen velen zich aarzelend en zelfs afwijzend op tegen de Boodschap, die ze terzijde schuiven als onbruikbare wildgroei. Hiertegen heeft Jezus zijn kleine zielen gewaarschuwd met de volgende woorden: “Waarom toch zijn sommigen onder u verwonderd over mijn woorden, die Geest en Leven zijn? Het zijn altoos dezelfde. Zijt gij zodanig veranderd, dat gij Mij helemaal niet meer herkent? Het zijn Evangelie-bladzijden. Ik laat niets weg van wat geweest is en van wat is” (boodschap 24-04-’69).
De Jezus uit het Evangelie en de Jezus uit de Boodschap is dezelfde; zijn boodschap eveneens. Hij brengt alleen op onze dagen de juiste actualisatie waar vele theologen tevergeefs naar zoeken.
Wie Hem niet herkent in zijn Boodschap is verblind door het vooroordeel van de menselijke wetenschap en hoogmoed. Wie Hem wel herkent is begenadigd, want dit is een geschenk uit de Hemel. Dit had Jezus reeds kenbaar gemaakt in zijn parabel van de Goede Herder: “En als Hij zijn schapen heeft uitgedreven, gaat Hij voor hen uit, en de schapen volgen Hem, want ze kennen zijn stem” (Joh.10,4). “De stem van een vreemdeling zullen ze niet volgen; want de stem van vreemden kennen ze niet” (Joh.10,5).
Velen helaas herkennen de stem van Jezus in zijn Boodschap niet, maar volgen de stem van dwaalleraars, als een betrouwbare gids in zaken van geloof of zeden. De getrouwe christen is te herkennen aan het juiste volgen en het juiste afwijzen; hij neemt de stem van Jezus in zijn Boodschap aan, terwijl hij de stem van dwaalleraars verwerpt als van indringers.
Wildgroei en wildgroei
Het is even nefast te geloven in een valse private openbaring als niet te geloven in een echte. Is de ene wildgroei, dan is de andere een kwestie van leven of dood. Het is derhalve even gevaarlijk alles te slikken wat aangeboden wordt als private openbaring, als niets ervan aan te nemen. Velen beschouwen daarom alle dragers van hemelse boodschappen als ziekelijke en hysterische mensen, omdat ze Jezus laten spreken in hun naam. Zijn woorden zouden door mensen gefantaseerd worden. Dit is waar voor een valse private openbaring maar niet voor een echte. In de valse laat de mens Jezus spreken in de echte doet Jezus de mens spreken. Wanneer de mens spreekt moet de inhoud dwaalleer bevatten; wanneer Jezus spreekt moet de inhoud onfeilbaar waar zijn.
Terecht heeft de kerkelijke overheid gewaarschuwd tegen valse private openbaringen door deze ‘wildgroei’ te heten. Gelukkig heeft diezelfde kerkelijke overheid het imprimatur verleend aan onze Boodschap en meteen erkend dat er geen fouten te vinden zijn in dit boek. Dit is, alleszins een unieke prestatie voor een ongeschoold mens, zoals Marguerite, vooral als men vaststelt dat sommige geleerde theologen ook wel boeken schrijven van 600 bladzijden, maar met haast op elk blad een dwaalstelling.
Is een valse private openbaring werkelijk een te mijden wildgroei, dan is onze Boodschap een lectuur, die het voortbestaan van de Kerk in onze dagen moet garanderen.
Opvallend is wel, dat zij die onze Boodschap ook rekenen tot die wildgroei er bedenkelijke theorieën op na houden in verband met het Evangelie. Zij beweren nl. dat de woorden die Jezus uitspreekt in het Evangelie meestal niet zijn woorden zijn, maar Hem slechts in de mond zijn gelegd door de christenen van de primitieve Kerk. Indien dit waar is vervalt ons Heilig Evangelie tot een vulgaire wildgroei, maar dit keer uit de eerste eeuw. De kerkelijke overheid heeft inderdaad heel wat evangelies uit de beginperiode geweerd als ‘apocrief’. Indien Jezus zijn evangeliewoorden niet heeft uitgesproken is er vroom bedrog gepleegd in de eerste Kerk. Dan loont het niet meer de moeite Jezus’ woord te beluisteren, dan vervangt men het best door een of ander ernstige auteur van tegenwoordig. Dit gebeurt maar al te vaak op onze dagen. Men gelooft niet meer dat Jezus’ woorden echt van Hem afkomstig zijn, sinds dwaalleraars beweren dat ze uitgevonden zijn door zijn apostelen. Hier staan we helaas voor een van de grootste godslasteringen, die ooit verkondigd geweest zijn in de Kerk.
Alle L.K.Z.-leden rekenen het zich als een ereplicht aan Jezus’ woord ernstig op te nemen als afkomstig van Hemzelf om het even of zij het lezen in het Evangelie of in de Boodschap.
Pas dan kan men naar Jezus’ woord luisteren; pas dan wordt deze bezigheid de enig noodzakelijke; pas dan kan men evangelisch bidden; pas dan kan men zich erdoor laten heiligen.
Legioen en legioen
Soms spreekt men over het Legioen zonder te weten wie bedoeld wordt, het Marialegioen of Legioen Kleine Zielen. Zoveel verschil is er trouwens niet. Beiden marcheren hand aan hand omdat het nagestreefde doel hetzelfde is nl. de beleving van het authentieke geloof in het hart zelf van de Kerk. Toch is er een verschil: het Marialegioen is preconciliair (van voor het Tweede Vaticaanse Concilie) en L.K.Z. is post-conciliair (van na het 2de Vaticaanse Concilie). Hierdoor is het Legioen Kleine Zielen nog meer afgestemd op onze tijd. De moderne gelovige heeft een moderne formulering nodig; zo heeft L.K.Z. de actualiteit als haar voordeel. Het is immers op providentiële wijze ontstaan in 1965, na het Concilie. Lid worden van L.K.Z. heeft derhalve niets te maken met ouderwets zijn of conservatief. De Boodschap is hypermodern, maar in de goede zin doordat zij de oeroude waarden van het geloof niet verkwist, maar verfrist.
Een passage voor u
Door herhaaldelijk te lezen en te mediteren in de Boodschap maakt men zich meer en meer de geest van Jezus eigen. Instinctmatig voelt men aan of men op het goede spoor is ofwel op verkeerde weg. Wordt men heiliger door het lezen van de Boodschap dan mag men zeker zijn van het goede pad; brokkelt men af kwestie heiligheid dan moet men argwaan koesteren omtrent de ingeslagen weg. Welnu, de vruchten van heiligheid, dank zij de Boodschap, zijn overvloedig.
Het is niet eens nodig alles te lezen, omdat alles niet voor iedereen is. Sommige passages zijn voor de enen, andere voor anderen. Iedereen vindt er zijn gading. Vandaag worden wij getroffen door die waarheid, morgen door een andere. Hoe dikwijls hebben lezers van de Boodschap niet verteld dat ze juist het antwoord vonden in een opengeslagen bladzijde, op het probleem of de moeilijkheid, die op het ogenblik hen gaande hield? Jezus heeft het trouwens uitdrukkelijk gezegd: “De een of ander passage is voor u bestemd. Ontdekt ze in het licht van mijn genade” (24-4-’69). Duizenden hebben de betrouwbaarheid van dit woord door eigen ervaring ondervonden. Het volstaat het boek van de Boodschap te openen om licht en klaarte te ontwaren. Wie deze woorden van Jezus leest is net als Maria aan Jezus’ voeten gezeten. Net als zij luistert hij naar wat Hij zegt.
Jezus zelf trekt de lijn van vroeger naar nu door: “Ten tijde van mijn openbaar leven sprak Ik de menigten toe en ze luisterden naar Mij met grote vurigheid. Urenlang namen zij mijn onderricht gretig in zich op. Ook vandaag nog spreek Ik. Want ge hebt het allen nodig vernieuwd te worden” (24-4-‘69). Maria was derhalve geen uitzondering in haar luisterende houding. Grote menigten luisterden gretig urenlang. Dat luisteren is zuurstof voor de ziel, waardoor ze steeds glanzender wordt in heiligheid. Dat luisteren is het puurste gebed, omdat het ongemerkt de luisteraar omvormt tot erebeeld van Jezus.
Verre van zinloos te zijn, zoals onze perverse generatie op satanische wijze beweert, is dit soort bidden het enige noodzakelijke. Heeft Jezus niet beweerd dat Hij niets weglaat van wat geweest is? Indien luisteren het enige noodzakelijke was voor Maria, dan is het luisterend lezen van de Boodschap even noodzakelijk voor onze generatie. Zo is Boodschap lezen een allerzuiverste vorm van gebed.
Zeer Eerwaarde Heer Pastoor Armand Ory werd geboren te Hoepertingen (Belg. Limburg) op 10 januari 1927 en overleed, uitgeput van zijn noeste arbeid, in de Heer te Sint-Truiden op 9 november 2002. Hij werd priester gewijd te Luik op 22 juli 1952. Was leraar te Genk en te Borgloon en daarna gelijktijdig pastoor te Hendrieken-Voort en Gelinden (Belg. Limburg). Na zijn scheiding van de Kleine Zielen werd hij stichter-schrijver van “Sint-Lambertus kring”. Bij zijn overlijden hield dit op te bestaan. Zijn belangrijkste werk tijdens zijn leven was het aanbieden aan de H. Kerk van de “Funktionele Exegese”, boek met imprimatur van Mgr. Heuschen, over de historiciteit van de Evangeliën, en een aantal boeken waarin deze exegese op de Bijbel (N.T.) wordt toegepast.
Overlijdensbericht pastoor Ory: http://www.inmemoriam.be
Verdieping in de werken van pastoor Ory:
Op de KULeuven KADOC (Katholiek documentatiecentrum) zie hun website; https://kadoc.kuleuven.be kunt u het volledige werk van A. Ory raadplegen. Dit is wel in de drukvorm en waarschijnlijk moet u dan afspraken maken om in hun archieven in te gaan. Deze zijn daar vanaf september 2007.
Hierbij de lijst die in principe elektronisch raadpleegbaar zou moeten zijn. Ik denk dat u best met hen contact opneemt.
Elektronisch beschikbaar via KADOC kan nu reeds te lezen worden aangeboden:AUFERSTANDEN AM DRITTEN TAG!
Armand Ory ISBN 3 80500 111 8, 1981, Verlag Wort und Werk 5205 St Augustin 1.
Augustinus Kardinaal Bea.
De historiciteit van de synoptische evangeliën ,1967, Uitg. H.Nelissen, Bilthoven. Geautoriseerde vertaling van P. van Antwerpen. Vertaling van La Storicità dei vangeli, uitgever Morcelliana, Brescia. Uitgave in boek van twee artikelen oorspronkelijk gepubliceerd in La Civiltà Cattolica te Rome n° 2735 en 2736 (1964). Met de aantekeningen van Armand Ory priester.
Wat is funktionele exegese A. Ory 1982.
Qu’est-ce que l’exégèse foncionnelle? 1983, Armand Ory (1927-2002). RETROUVER l’historicité des éVANGILES, une initiation à l’exégèse fonctionnelle, O.E.I.L., 12 rue du Dragon, 75006 Paris, Origine-Théorie- applications. Nouvelle édition corrigée et adaptée par L. Kiebooms. Imprimi potest Hasseleti 30.1.84, J.M.Heuschen, évêque de Hasselt. ISBN 2-86839-004-8
Risoprire la verità storica dei vangeli; una iniziazione all’esegesi funzionale
Uitgever: Massimo Milano Corso di Porta Romana 122 – 20122 Milano ISBN 88-7030-720-4 novembre 1986 traduzione di Sergio Terribile
http://libri.dvd.it/bibbia/riscoprire-la-verita-storica-dei-vangeli/dettaglio/id-60107/
http://www.libreriauniversitaria.it/riscoprire-verita-storica-vangeli-ory/libro/9788870307207
Titolo: Riscoprire la verità storica dei vangeli. Autore: Ory Armand. Traduttore: Terribile S. Editore: Massimo. Data di Pubblicazione: 1986 .Collana: Sorgenti di vita. ISBN: 8870307204. ISBN-13: 9788870307207. Pagine: 240. Reparto: Religione e teologia.
Uit; Tijdschrift ‘Het Legioen Kleine Zielen’, Orgaan van het Legioen Kleine Zielen van Het Barmhartig Hart van Jezus, Uitgever A. Terryn, Sint Niklaas, Vierde Jaargang, Nr. 4, December 1976, blz. 8-14. Afbeelding van het Tijdschrift:
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.