Uittreksels uit de eerste vier boeken van de
“De Boodschap van de Barmhartige Liefde aan de Kleine Zielen”
van 1965 tot en met 1995
over het “Levend boek van de Barmhartige Liefde”

Hoofdstuk 21
Geloof – Hoop – Liefde
Keert in tot uw hart en Ik zal u onderrichten.
Geloof; overgave (een gave Gods)
Hoop; licht in de duisternis
Liefde; God, gij en uw naaste
B1-464: B 28-4-72
De Hoop is een gave van de Hemel. De naastenliefde is het wezen zelf van de liefde.
B1-529: B 28-10-74
GELOOF – HOOP – en LIEFDE; drie deugden die Ik u nalaat. Daarmee zult ge de hemel verdienen.
B1-309: B 18-7-67
Het geluk op aarde ligt in het Geloof, de Hoop en de Liefde. Deze drie kleine woorden leiden onfeilbaar naar het Leven, indien gij ze doorgrondt en ze met liefde en in daden beoefent.
B4-669: B 23-9-95
Weest sterk door Mijn Liefde, vast in uw Hoop, standvastig in uw inspanningen, trouw aan uw Geloof, volhardend in het Gebed, vol vertrouwen in Mijn Goedheid, begerig naar de hemelse goederen, verliefd op zijn Godheid.
B1-538: B 1-2-75
Wie in Mij gelooft zal leven. Wie op Mij hoopt, zal niet ontgoocheld worden.
B4-395: B 4-9-92
De Hoop is een goddelijke deugd die mijn kinderen niet mogen verwaarlozen.
B1-187: B 1-12-66
De Hoop is de schat van de arme. Kunnen wachten om meer te ontvangen.
B1-242: B 16-3-67
Weest standvastig in de Hoop. Mijn hulp komt op tijd.
B1-255: B 5-4-67
De Hoop en de overgave zijn noodzakelijk in alles.
B1-322: B 15-9-67
In de verte, zie het tedere blauw van het firmament, het pastelgroen van de Hoop, het vurige rood van de Liefde en het met schitterend Licht omstraalde Hart van de Barmhartige Liefde die onophoudelijk werkzaam is in het leven der zielen.
B4-279: B 6-4-92
Bidt, mijn kleintjes, bidt zonder ophouden. Moge alles in liefde zijn. Als ge hier en daar een bevestiging van hoop ziet, weet dan dat het nog maar een klein teken is van noodzakelijke heropstanding.
B465: B 4-6-91
Kindlief, vergeet het verleden, beleef intens het heden en hoop op de toekomst.
B1-347: B 12-1-68
Blijf standvastig in uw geloof.
B1-437: B 14-7-70
Uw hoop ben Ik, en zolang ge Mij liefhebt zult ge hopen.
B1-350: B 28-1-68
Wie zijn hoop op Mij stelt wordt nooit ontgoocheld.
B1-508: B 10-2-74
En wat is het geloof? Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen, het overtuigd ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen. Om hun geloof zijn de ouden met ere vermeld. Geloof doet ons zien, dat het heelal tot stand is gekomen door Gods Woord, zodat het zichtbare ontstaan is uit het onzichtbare.
Hebr. 11, 1.3
Geloof, aanbid, hoop, heb vertrouwen in Mij door dik en dun (doorheen alle vreugden en tegenslagen in het leven).
B3-24: B 22-1-80
Ik ben de Hoop voor allen, zelfs als ze het niet verstaan!
B3-341: B 25-5-83
De Hoop kan niet sterven. Ze is de goddelijke lichtstraal die ondersteunt en de wanhoop bestrijdt, als de ziel zich leent tot haar tussenkomst.
B3-379: B 27-9-84
Wanneer het kruis een deel van zijn leven (de mens) wordt, verstevigt zijn geloof, vertienvoudigt zijn hoop en wordt zijn naastenliefde gelouterd.
B1-410: B 23-5-69
De Hoop wordt in alle tijden beleefd, en vooral als alles verloren lijkt.
B2-721: B 29-12-79
Het leven is maar droevig en bitter voor hen die helemaal geen hoop hebben.
B1-319: B 6-9-67
Geloof en Hoop zijn en blijven de twee deugden van deze wereld.
B3-175: B 5-11-80
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.