De Gezellen en Gezellinnen van de Gekruisigde en Verrezen Jezus en Maria Onbevlekt Ontvangen

Landgraaf, 14 december 2017, PastoorGeudens.com

cropped-johannes-bij-maria-512

‘De Gezellen en Gezellinnen van de Gekruisigde en Verrezen Jezus

en Maria Onbevlekt Ontvangen’

Het boekje ‘Jezus, gekruisigd en verrezen, Heil van de wereld’, heeft me geïnspireerd bij het schrijven van dit hoofdstuk. De lectuur van dit boekje kan het christelijke leven van een leek, kloosterling of priester grondig beïnvloeden. Ik zal het u uitleggen in functie van de Boodschap van de “Barmhartige Liefde aan de Kleine Zielen” door niet alleen de punten van overeenkomst aan te halen, maar eveneens de schijnbare verschilpunten. In feite vullen beide Boodschappen elkaar aan.

De Boodschap van de Barmhartige Liefde en de Heilige Wonden

De Boodschap van 8 april 1966 over het Lijden treft ons diep. Jezus’ eigen overwegingen zijn treffend: zij beslaan twee bladzijden van het boek. We lezen er het volgende:
”Die balk woog zo zwaar op mijn doorwonde schouder.” 
“O, die wonde aan mijn schouder!” 
“Ze rukten het kleed af dat Mij bedekte en aan mijn vlees was gelast door het gestold bloed dat uit mijn wonden was gedropen.” 8.4.66 

Op andere plaatsen lezen we:
“Zie mijn gekneusd lichaam, dat leegbloedt uit de talloze wonden die de liefde voor u allen Mij heeft gekost.” 23.2.67 
“Het bloed dat uit mijn wonden is gevloeid heeft uw ziel van al uw zonden gezuiverd, mijn arm lief kind, en voor zovelen helaas (die mijn oproep niet hebben beantwoord) heeft het zijn doel niet bereikt.” 6.7.68 

In dit verband haalt Jezus twee verschillende houdingen aan die de zielen kunnen aannemen tegenover zijn wonden: Hij zegt:
“Zij strooien zout op Mijn Wonden.” 19.10.65 

De Kleine Zielen mogen niet onverschillig blijven:
“De kleine zielen zijn nog niet talrijk genoeg als balsem voor de wonde van mijn goddelijk Hart.” 6.12.68. 
Jezus vraagt ons dus vooral gevoelig te zijn voor de wonde van Zijn Hart: de wonde van Zijn Hart bij zijn doodsstrijd in Gethsemane. Wat geen afbreuk doet aan de waarde en de rijkdom van Zijn andere wonden.

De Boodschap ‘Jezus, Gekruisigd en Verrezen, Heil van de wereld’ 

Deze Boodschap is duidelijk charismatisch van oorsprong, net zoals die van Marguerite. De auteur is anoniem en laat weten dat we hem zelfs na zijn dood niet zullen kennen. Bewondert de schroom van de echte mysticus! Het gaat om een man die waarschijnlijk uit zuidoost Frankrijk afkomstig is (uit de Savoie): een ontwikkeld zakenman die zich interesseerde aan de Lijkwade van Turijn (de Savoie grenst aan de Italiaanse provincie Piemont) en die ontegensprekelijk mystiek begaafd is. De hemelse Vader heeft hem deze Boodschap toevertrouwd en maakte hem duidelijk dat zijn eeuwige geluk van de vervulling van zijn zending afhing. Deze Boodschap spreekt van het begin tot het einde over niets anders dan over de Wonden van de Gekruisigde en Verrezen Jezus en over de devotie tot het Kruis, die erin bestaat de Heilige Wonden te offeren aan de Eeuwige Vader.

Uit een vergelijking tussen beide Boodschappen blijkt het volgende:

Onze Boodschap van het Hart van Jezus aan de Kleine Zielen is in feite een dringende oproep tot liefde, tot een zeer speciale devotie tot het Hart van Jezus, tot zijn barmhartige Liefde. In de praktijk vraagt deze liefde dat wij bijzondere aandacht zouden schenken aan de evangelische deugden van nederigheid, eenvoud, vertrouwen en overgave (de Teresiaanse weg). Zij benadrukt vooral de zelfverloochening en de strijd tegen de eigenliefde, het egoïsme.

Het treffendste bewijs van de Barmhartige Liefde van Jezus zijn nu precies de “Wonden” die Zijn onschuldig Lichaam vrijwillig opliep. Hij heeft ze voor ons als het ware ‘verdiend’ om de wonden van onze zielen te genezen. Het zijn niet slechts vijf Wonden, maar ontelbaar veel: aan Handen en Voeten, Zijde, Schouders, Hoofd en het hele Lichaam. Geen enkel stukje vlees is onberoerd gebleven.

Het boekje versterkt in dit verband wat we al weten over de wonden van de gekruisigde Jezus vanuit de Boodschap. We mogen de Wonden niet bekijken los van de Persoon van onze Heer.

De Boodschap van de gekruisigde Jezus zegt:
“Zijn wonden zijn de totale Christus, mensgeworden Woord van God, Verlosser, Mystiek Lichaam, Hostie, Woord van God.” (N°83) 
”Om mijn H. Hart te begrijpen, moet gij het niet loszien van mijn Persoon. Bekijk het in mijn gekruisigd lichaam, onderworpen aan de Wijsheid, waarvan mijn met doornen gekroond Hoofd de Zetel is. Er is geen andere wil te bespeuren dan deze van Mijn Vader.” (N°60) 

Hetzelfde kunnen we dus ook zeggen over de H. Wonden van onze Redder. In deze Boodschap spreekt Jezus zelf volgende woorden die mij belangrijk lijken:
Mijn Vader hernieuwt tot honderdmaal toe alle beloften, die in de loop der tijden gedaan werden aan de vereerders van mijn Lijden, mijn Kostbaar bloed, mijn H. Hart, mijn H. Hoofd, mijn H. Aanschijn, de H. Wonden van mijn Handen, Voeten, Schouder, mijn geheel ontwricht Lichaam, mijn Doodsstrijd, mijn Kruis, mijn Doornenkroon evenals de Smarten van mijn Onbevlekte Moeder. Deze openbaringen en die van Mijn Moeder met betrekking tot elk van deze devoties hadden tot doel: de opwekking van een levendige verering van het H. Kruisbeeld en van het Smartelijk en Onbevlekt Hart van Mijn Moeder. De Vader verwacht van de wereld deze vereringen om Mijn terugkeer in glorie voor te bereiden.” (N°48) 

Al deze afzonderlijke vereringen leiden dus naar het Kruisbeeld en de H. Wonden van Jezus, die er een soort samenvatting van zijn. We mogen zijn Wonden dus niet loszien van de Persoon van de Heer, noch van zijn Lijden.

De vruchten van deze devotie 

Op de eerste bladzijden van het boekje vindt men:

Mijn wil als Vader is: dat de mens de periode van vrede die aan de wereld gegeven is benut om de verheerlijking van Mijn Gekruisigde en Verrezen Zoon in te stellen en zoveel mogelijk mensen, vooral jongeren, te merken met het teken van zijn goddelijke Wonden. Dit moet geschieden om de wereld voor te bereiden. Op deze wijze zullen de mensen de omwentelingen die aan de vernieuwing van het heelal voorafgaan zodanig benutten dat zij hun heil bewerken. Zij die niet verenigd zijn met de H. Wonden van mijn welbeminde Zoon en met de Smarten van zijn Heilige Moeder, zullen grote moeite hebben om te volharden in het geloof”. (N°3) 

Meer goede moordenaars vinden…

“De moordenaars beledigden Mij. Op dezelfde wijze overstelpt de mensheid Mij met beledigingen. Toch hadden zij nog slechts enkele uren te leven. Zoals zij zal de wereld gruwelijk gekruisigd worden en haar laatste ogenblikken doorbrengen in verschrikkelijk lijden. Om deze reden vraagt Mijn Vader de oprichting van de Gezellen van de Gekruisigde Jezus en van Maria Onbevlekt Ontvangen. Zo zullen zij de gevoelens van de goede moordenaar doen herbeleven en overal een inslaande getuigenis voor Mij afleggen. Zelfs voor diegenen die het meest gesloten zijn voor Mijn Verlossing. De tijd dringt! Daarom zendt de Vader de engelen om te gaan zoeken: op openbare plaatsen, bij de blinden, de doven, de gebrekkigen, bij alle genodigden van het laatste uur, opdat zijzelf mijn trouwe Gezellen zouden worden.” (N°3) 

Een ongekende bloei in de Kerk…

“Een ongekende bloei op alle domeinen zal in Mijn Kerk ontluiken. Dit zal gebeuren doordat mijn verlossende Tegenwoordigheid in ere hersteld wordt door het tentoonstellen van het Kruisbeeld, dat mijn bloedende en glorierijke Wonden toont en door hun voortdurende offerande aan de eeuwige Vader. Alles zal nieuw leven in geblazen worden. De Gezellen van de Gekruisigde Jezus en van Maria Onbevlekt Ontvangen zullen deel hebben aan deze bloei. In de aanbidding van Mijn Wonden, in het begrip en het offer ervan, zal er een vernieuwing plaatsvinden op het vlak van de geloofsleer, het apostolaat en de liturgie. Alles zal duidelijk worden, zuiver, rijker en eenvoudiger. De christenen zullen één worden. De wereld zal vernieuwd worden en zal belijden dat zij haar heil te danken heeft aan mijn goddelijke wonden door de tussenkomst van mijn H. Moeder.” (N°3)

Vruchten van heil…

“Ik heb van de Vader bijzondere genaden bekomen. Opdat de inspanningen van hen die zich inzetten om de devotie tot de Gekruisigde Jezus en Maria Onbevlekt Ontvangen te verspreiden, vooral aan kinderen en jongeren, buitengewone vruchten mogen voortbrengen.” Dit zijn de woorden van de H. Maagd. (N°29)

En Jezus voegt hieraan toe:

De Gezellen en Gezellinnen van de Gekruisigde en Verrezen Jezus en Maria Onbevlekt Ontvangen zullen voor Mij een grenzeloze weg van heiliging en apostolaat openen: de weg van mijn Wonden. Deze weg staat niet alleen open voor de zielen die aan Mij zijn toegewijd, maar ook voor hen die op dit ogenblik ver verwijderd zijn van het geloof.” “Mijn Wonden trekken de zielen naar mijn Koninkrijk, zoals een magneet ijzer aantrekt.” (N°25) 

Nu begrijpen wij beter waarom in de ‘Boodschap van de Gekruisigde Jezus’ de Wonden van zijn Lijden zo benadrukt worden. Deze wonden zijn het tastbare bewijs van zijn Barmhartige Liefde.

De praktische gevolgen voor ons geestelijk leven kunnen we samenvatten in de volgende punten:

  • Dikwijls de H. Wonden offeren, vooral tijdens de H. Mis. We kunnen hierbij gebruik maken van de aanroepingen van Zuster Marie-Marthe Chambon. De woorden van deze offerande stemmen trouwens overeen met de aanroepingen die de H. Michael aan de kinderen van Fatima leerde, nog voor de verschijningen van de H. Maagd.
  • De H. Wonden overwegen in aanwezigheid van het H. Sacrament, voor ons kruisbeeld.
  • Vervolgens ons kruisbeeld met een nieuwe blik bekijken: niet meer uit gewoonte of onverschillig, maar steeds met een ware liefdeblik.

En dan zullen we het oude, vertrouwde gebed, dat werd aanbevolen te bidden na de Communie, nog beter begrijpen: “O goede en zeer zoete Jezus.”

De devotie tot de H. Wonden van Jezus moet verspreid worden als een nieuwe levensstijl. Dit geldt ook voor het Legioen Kleine Zielen. Deze nieuwe levensstijl ligt in ieders bereik. Daardoor zullen wij het H. Hart van Jezus echt blij maken en ons gedragen als echte Kleine Zielen!


Vgl: De gedachten van Jezus’ Hart, R. Jaouen C.M., Uittreksels uit de Boodschap van de Barmhartige Liefde aan de Kleine Zielen, blz. 49-52. – Bewerking door pastoor Jack Geudens