Sprokkels uit de Boodschap: 24 april 1969

16807831_10212327428643260_5845508628192382916_n
“Ik heb niet een boodschap aan de wereld gegeven voor de bekering van één enkele ziel, maar voor de bekering van alle zielen. Ik ben niet gekomen voor één enkele ziel, maar voor alle zielen. Ten tijde van Mijn openbaar leven sprak Ik de menigten toe en ze luisterden naar Mij met grote vurigheid. Urenlang namen ze Mijn Onderricht gretig in zich op.

Ook vandaag nog spreek Ik. Want ge hebt het allen nodig om hernieuwd te worden. Om u te zeggen en te herhalen dat Ik u liefheb, heb Ik een kleine ziel uitverkoren, die zo Mijn woordvoerder wordt bij u. Wat Mij betreft, Ik zal op het einde der tijden terugkomen om recht te spreken. Waarom toch zijn sommigen onder u verwonderd over Mijn Woorden, die Geest en Leven zijn? Het zijn altoos dezelfde. Zijt ge zodanig veranderd, dat ge Mij helemaal niet meer herkent?

Het zijn evangelie-bladzijden. Ik laat niets weg van wat geweest is en van wat is. Wees nederig genoeg om u zelf te herkennen in de boodschap. De een of andere passage is voor u bestemd. Ontdekt ze in het licht van Mijn Genade” (Boodschap 24 april 1969).