Inhoud Boek ‘Boodschap van de Barmhartige Liefde aan de Kleine Zielen – deel 2’

Dagboeken van Marguerite
Deel 1 : 1965 tot 1975
Deel 2 : 1977 tot 1979
Deel 3 : 1980 tot 1987
Deel 4 : 1988 tot 1995


Over het tweede deel van de Boodschap van de Barmhartige Liefde aan de Kleine Zielen

De editie van de Nederlandse vertaling van het tweede deel van de Boodschap zal vermoedelijk in de eerste helft van 1990 beschikbaar zijn. Om de vele navragen omtrent de inhoud ervan te voldoen werd gevraagd een paar indrukken hiervan te geven.

Allereerst kunnen we aanstippen dat zij die in die Boodschap sensationele onthullingen verwachten, eerder teleurgesteld zullen zijn. Weliswaar geeft de Heer enkele markante terechtwijzingen voor onze van God afgedwaalde wereld en voor de vele mistoestanden in de Kerk. En hoewel Hij in niet mis te verstane waarschuwingen een paar maal wijst op de steeds groter wordende dreiging van een kastijding die, uit liefde, noodzakelijk wordt, indien de wereld hardnekkig weigert aan de goddelijke oproepen tot bekering gevolg te geven, weigert Hij Marguerite te belasten met de zending van onheilsprofetes.

Het tweede deel van de Boodschap kan men terecht een vervolg noemen op het eerste deel. Het grote centrale thema is en blijft het aanbod van Gods eindeloze liefde en zijn dringende oproep tot alle mensen over de gehele wereld om zijn liefde edelmoedig en dankbaar te beantwoorden: ’Gij zult de Heer, uw God beminnen met geheel uw hart, met geheel uw ziel en met al uw krachten, en uw naaste als uzelf om Hem’.

Wij die door de Heer terecht kleine zielen worden genoemd, kunnen er alleen maar onze bewondering en verwondering over uitdrukken dat ‘God niet ophoudt te roepen’ en zijn verdwaalde kinderen overstelpt met een overvloed van goedheid en barmhartigheid.

De Heer stelt hoge verwachtingen voorop: ‘Mijn kleine zielen kunnen de wereld redden’. Ja, dat kan, indien wij, ik en gij, ieder op zijn plaats zijn Boodschap, zijn Liefde eerlijk aanvaarden en ’met heel ons hart’ ’met al onze krachten’ streven naar het hoge doel dat Hij voor ons afbakent. Hijzelf is ons doel!

Die hoge verwachtingen van de Heer zullen niet tot stand komen, indien wij Hem laten roepen in de woestijn en Hem lompweg de rug toekeren. Zouden we de voorkeur geven aan onze ik-zucht, ons comfort, ons genot, onze afgoden…? Zullen we afgod nummer één, ons ’ik’ op de troon zetten, terwijl we God terzijde schuiven als een tweede-rangswaarde waar we geen tijd en aandacht wensen aan te besteden?

Een Boodschap voor deze tijd 

Dat deze Boodschap nu, in deze tijd, gegeven wordt, moet ons tot nadenken stemmen. We beleven tijden van verschrikkelijke geloofsafval, van ontzettende zedelijke verwildering, die geen enkele familie spaart en die heel de samenleving ontreddert. Menselijkerwijze zijn we geneigd te denken dat de toestand hopeloos is en dat de gehele wereld onafwendbaar naar een catastrofe snelt. Er zijn tekenen aan de wand, vele tekenen die het ergste doen vrezen.

Goddank, er zijn ook tekenen van hoop. Op kleine schaal is er een nieuw geestelijk ontwaken, een heropstanding waar te nemen. Steeds meer ’mensen van goede wil’ worden zich bewust dat het zo niet verder kan, dat er een ommekeer moet komen. Er wordt opnieuw gebeden…, er zijn bekeringen!

Op tal van plaatsen verschijnt de Moeder Gods. De Koningin der apostelen staat in de branding van een nooit geziene wereldwijde strijd tussen de hemelse machten en de satanische vernielers. Steeds opnieuw roept Zij haar met ondergang bedreigde kinderen op tot bekering, gebed en offer. Sterk ’als een leger in slagorde geschaard’ gaat Zij voorop in de strijd met de wapens van nederigheid, onthechting, reinheid en liefde. Volgens Gods grote belofte zal Zij de kop van het Serpent verpletteren.

En daarom zijn wij mensen van blijde hoop. Zij die ’bekleed is met de Zon‘ wijst ons naar onze Redder, haar Zoon Jezus, de grote Overwinnaar over zonde en dood, de verrezen Heer die ons een plaats heeft bereid in het Koninkrijk van de alles omvattende en alles overtreffende heerlijkheid van Vader, Zoon en H. Geest.

Voor zeer velen, helaas, heeft die hoop geen betekenis meer: zij hebben God en godsdienst uitgebannen en terwijl ze in wilde waan menen te grijpen naar vrijheid en recht omklemt de Satan hen in de verslavende greep van drift en hoogmoed die de ware liefde doodt en elk geluk vernielt.

‘De toestand is ernstig’, zo luidt de uitspraak van de Heer. Dit is ongetwijfeld de reden waarom Hijzelf vandaag zijn Boodschap van liefde, barmhartigheid en redding hernieuwt om, naar zijn eigen woord, ‘de grote hoop te redden’.

De toestand is ernstig: de wereld is ziek; zelfs ’in de Kerk is de rook van Satan binnengedrongen’ (Paulus VI). Alleen de liefde kan de wereld redden…

Een merkwaardig dagboek

Een opmerkelijk verschil met het eerste deel van de Boodschap bestaat erin dat het dagboek van Marguerite praktisch volledig wordt gepubliceerd. Hierdoor krijgen we inzage in nagenoeg alle teksten en meditaties die door Marguerite werden neergeschreven.

Dit biedt een groot voordeel. Vooreerst omdat we hierdoor een buitengewoon klaar en volledig beeld krijgen van de geestelijke groei die Marguerite doormaakt. Op zichzelf is dit boeiend en interessant. De bedoeling van deze teksten gaat echter veel verder. De Boodschap is gegeven aan alle mensen, aan ieder van ons persoonlijk. De Boodschap is niet het bevoorrecht stukje privécadeau voor de boodschapster; zij is bestemd voor heel de wereld, voor ieder land, voor ieder stad, voor iedere gemeente, voor nader mens, voor u en voor mij.

De Boodschap is de aangrijpende luide oproep van de Heer, persoonlijk tot mij en tot u. De Heer staat voor de deur en Hij klopt aan. Marguerite getuigt dit: ‘Wat Hij van mij verlangt, dat verlangt Hij van allen, maar allen weten het niet!’ Marguerite is de eerste, maar allen zijn geroepen.

Daarom is dat dagboek van Marguerite zo boeiend, verhelderend en bemoedigend. Zij is een model, waardoor wij onze eigen geestelijke strijd en de moeilijkheden van elke dag beter leren kennen en begrijpen. In Marguerite herkennen wij onszelf.

Haar vragen en twijfels zijn de afbeelding van onze eigen vragen en twijfels. Haar strijd en haar moeilijkheden zijn ook onze strijd en moeilijkheden. Haar ervaringen van pijn, lijden en moedeloosheid zijn de weergave van onze eigen ervaringen van pijn, lijden en moedeloosheid. Haar opbeuring, hoop en vreugde zijn onze eigen opbeuring, hoop en vreugde.

Welnu, als wij de Boodschap gaan gebruiken als een levensboek, een bestendige lichtbaken en krachtbron die door Jezus zelf worden aangereikt, ontvangen wij tegelijk, doorheen het voorbeeld van de geestelijke opgang van Marguerite, een buitengewone aanmoediging om de oproep van de Heer edelmoedig te beantwoorden.

Als wij de Boodschap steeds meer gaan gebruiken als een boek voor dagelijkse overweging en voor dagelijkse beleving, zal Hij ons leven leiden, zoals Hij het leven van Marguerite leidt. We zullen inzicht krijgen en ook kracht, om door te zetten en vol te houden.

Hierbij zal het levend model dat Marguerite voor ons is in de strijd van elke dag, doorheen dorheid, onbegrip en schijnbare verlatenheid, lichamelijke en psychische uitputting, ons moed en sterkte geven. Want de Heer koos geen model van grote lichamelijke kracht, maar van zwakke tengere onmacht, geen model van buitengewone psychische grootheid en sterke gemoedsrust maar van geringe en kleine zielsvermogens en een wankel gemoed.

Hij heeft een kleine ziel gekozen als model opdat zijn kleine zielen niet ontmoedigd, maar bemoedigd zouden worden.

Waarom is zij, ondanks alles, een model? Omdat zij, naar mate ze zich kleiner en zwakker voelt, zich nog meer toevertrouwt aan de Heer van wie ze alles verwacht. Zij wil wat Jezus wil. Vertrouwen en overgave zijn de sleutel op Jezus’ Hart.

Marguerite: ‘Was mijn verlangen om uw Wil te doen niet zo sterk, dan bleef ik hier niet. Ik ben zo moe; en ik voel me zo ziek. Kan ik U dan niets anders aanbieden dan mijn klagen?’

Jezus: ‘Ik ben hier om het aan te nemen en in liefde om te zetten. Laat Mij begaan en dank Mij voor alles. Wist ge maar hoezeer Ik u bemin!’

Een handleiding voor ons geestelijk leven

Het leven is een strijd. Het gaat om een geestelijke strijd in de zin van wat het Evangelie leert: ’Denkt niet dat Ik vrede ben komen brengen op aarde; geen vrede, maar het zwaard ben Ik komen brengen (Mt. 10,34) ’.

Het gaat om de strijd tegen onze ik-gerichtheid, tegen de verleiding van de wereld, de jacht naar genot en bezit, tegen de listen van de duivel die ons voortdurend zoekt te kwellen en te ontmoedigen, een strijd tegen gemakzucht en menselijk opzicht, een strijd om onszelf te verloochenen en Christus na te volgen… een strijd om God echt ’boven alles’ te beminnen en onze naaste als onszelf… om Hem.

In die zin is de Boodschap in de eerste plaats een handleiding, een vademecum, die ons elke dag aanspoort en bemoedigt om nauwer verbonden te leven met Jezus, de Vorst van vrede, die redding, heil en geluk brengt in volheid die alles te boven gaat.

Onze pelgrimstocht, doorweven met vreugde en pijn, doorheen tegenkanting en onbegrip, wordt rijk weerspiegeld in de Boodschap:

Jezus: De tegenspoed in uw leven laten Mij toe u te leren uw ’ik‘ opzij te zetten. Ik wil dat ge heilig wordt. Maar gij, wilt ge dat wel?

Marguerite: Ja, ik wil het, maar ik ben bang! 

Jezus: Waar zijt ge bang voor?

Marguerite: Voor het lijden.

Jezus: Gij zult nooit meer zijn dan een weerspiegeling van mijn lijden. Ik maak het draaglijk voor uw menselijke natuur. Maar Ik zeg u: heiligheid bestaat niet alleen uit lijden; zij kent ook haar vreugdemomenten; en die zijn altijd in verhouding met het lijden, in een harmonisch evenwicht. Dit evenwicht bereikt ge door uw overgave aan de Liefde… Deze zal uw ziel optillen tot een ongeëvenaard geluk. Ge ziet het! Hier ben Ik, dicht bij u… zo dicht dat Ik alle vezels van uw wezen doordring.

Zo zien we voortdurend hoe Jezus als een goede Herder, het leven van Marguerite leidt en haar onderricht om zichzelf aan Hem toe te vertrouwen en steeds meer te gaan leven in zuiver geloof en met edelmoedige liefde. De Heer zelf onthult zijn voortdurende werkzame liefde voor de geliefde van zijn Hart.

Jezus: De Liefde is levend en werkzaam. De Geest waait waar Hij wil. De gelovige blik omvat het heelal. Alle mensen zijn geroepen om Gods Rijk op aarde te vestigen. Mijn geredden! Geliefden van mijn Hart! De kennis van mijn Liefde voor de nederigen! De tederheid van mijn Hart voor de edelmoedigen! Het baren van de Liefde in het Kruis. De hoop op Heil door menselijke zwakheden heen. Overvloed van hemelse goederen voor de zachtmoedigen en armen van deze wereld. Vertrouwen en volharding van hen die zich op Mij verlaten en zich overgeven aan mijn Wil. De diepte van de ware Liefde, die zich een weg baant door de lagen van egoïsme en egocentrisme. De belofte van een God die mens werd uit liefde. En tenslotte, de hemelse glorie voor hen die zich alleen in de Liefde verheffen, die klein blijven en bewust van hun onmacht zonder Mij. Overweeg de rijkdommen die ik u onthulde. Aanbid Mij in geest en waarheid. Ik geef u zielen, opdat ge ze op uw beurt aan Mij zoudt geven”. (Boodschap van 8 januari 1977)

Heerlijke bladzijden zijn dat, meer dan één meditatie waard. En daartegenover zien we Marguerite die zich onbeholpen en klein weet; maar sterk in vertrouwen en edelmoedig in liefde de weg volgt die de Heer haar aanwijst.

Marguerite: ‘Ach, Heer, uw klein instrument verdient niets. Het is pijnlijk voor mij dat ik er niet in slaag me beter te beheersen, dat ik tekort schiet in geduld. Het lijkt wel of kleingeestige gevoelens mij leiden, zoals wrevel, bitterheid, prikkelbaarheid. Nochtans, zodra ik in mijzelf keer, stel ik vast dat het slechts schimmen zijn, een façade die de allerkostbaarste schat verbergt; de goede God, de Barmhartige Liefde. De strijd in mijn ziel tussen mijn natuurlijke neigingen en de stuwkracht van de Liefde, doet haar gelijken op een onmetelijk slagveld, waar tegengestelde krachten in een hardnekkige kamp tegen elkaar optornen. De Liefde zal overwinnen, want ik wil alleen de wapens van de Liefde gebruiken en alles op afstand houden wat tegen de Liefde ingaat’. (Boodschap van 11 januari 1977)

Zo zien we voortdurend hoe in de Boodschap een God van liefde, waarvan de Barmhartigheid en Goedheid al ons denken mateloos overtreft, ons onvermoeibaar en geduldig tracht duidelijk te maken hoezeer Hij ons liefheeft en hoe Hij de Weg en de Waarheid is die wij mogen bewandelen, om steeds inniger met Hem verbonden te leven en één te worden in de alles omvattende en alles overtreffende Liefdegemeenschap van Vader, Zoon en Heilige Geest.

De Boodschap van Jezus samenvatten lijkt me niet aangewezen, omdat hierdoor haar rijkdom van fijne schakering en treffende raakheid verloren zou gaan. De Boodschap bezit een onuitputtelijke diepgang van gevoelens en gedachten die voor miljoenen mensen redding, heil, opheldering en kracht zullen brengen. Dit is het werk van de Heer! Het is ons groot voorrecht dat we die rijkdom in ons hart tot begrip en dieper inzicht kunnen laten rijpen in dagelijkse stille overweging.

De Boodschap wil dat de kleine zielen – dat is de overgrote massa over heel de wereld – tot wasdom kunnen komen in de erkenning en de liefde van hun Redder die voor hen stierf op het Kruis.

Jezus, de God-mens, de Verrezene leeft. Hij roept luid opdat allen Hem zouden horen. Alleen de Liefde kan de wereld redden! Voor wie het ganse boek voorlopig nog moet ontberen, volgt hier een buitengewoon rijke instructie van de Heer:

’Wilt ge uw mensheid wijzer maken? Weersta ze met uw wil, verankerd in de Mijne. Wenst ge Vrede die alles te boven gaat? Zie toe hoe Ik leef in u. Wilt ge geluk kennen hier op aarde? Koester dan geen andere verlangens dan de Mijne. Wilt ge dieper doordringen in de Liefde? Tracht dan allen lief te hebben. Wilt ge vergeten? Denk dan slechts aan Mij. Wilt ge werkelijk leven in Mij? Leef van Mijn Heilige Eucharistie. Wilt ge kracht vinden om uzelf te verzaken? Kom ze halen in Mijn Hart. Wilt ge tederheid ervaren? Ik geef u Mijn moeder. Wilt ge middelen kennen om in heiligheid te groeien? Volg Mijn heiligen na, vooral hen die naar de maat zijn van uw kleine ziel. Uw zwakheid kan veranderen in kracht. Wilt ge dat? Kom dan elke dag bij Mij in het inwendig gebed. Ge bekijkt Mijn afbeelding, ge beschouwt Me van dichtbij. Verlangt ge Mijn geheimen te kennen? Ik onthul ze voor u, omdat Ik u bemin. Gij hebt geen geheimen voor Mij, want Ik ken uw ziel veel beter dan gij ze zelf kent. Ik ben de Zoon van God. IK BEN GOD. Gij zijt een dochter van de aarde. Ge geeft Mij uw mensheid; Ik geef u Mijn Godheid. En dit verband maakt u tot een dochter van de hemel en een dochter van de Kerk, die Ik als erfdeel aan de wereld heb geschonken. Beminnen is offeren, naar de maat die u gegeven is... (Boodschap van 15 januari 1977)

J. De Coster,
Ondervoorzitter van het LKZ – Gent

Uit; Het Legioen Kleine Zielen, Tijdschrift van het Legioen Kleine Zielen van het Barmhartig Hart van Jezus, Uitgever G. de Winter, Deurne, Zeventiende Jaargang, Nr. 4, December 1989, blz. 34-39.

Bewerking voor website Legioen Kleine Zielen.wordpress.com door pastoor Geudens