“Zie, de dienstmaagd des Heren…”


“Zie, de dienstmaagd des Heren…”

Paus Franciscus heeft dit jaar uitgeroepen tot ‘Jaar van de Religieuzen’ ofwel ‘Jaar van het Godgewijde leven’. Op 2 februari hebben we dat gevierd: het kind Jezus wordt toegewijd aan God of de opdracht van de Heer. En Maria deelt in die opdracht van het Kind, van de Heer. Maria is aan God gewijd.

Dat wordt al ingezet bij de Aankondiging van de Heer. De Heer komt in de wereld, wordt mens: “Hier ben Ik, om Uw wil te doen”. Jezus is toegewijd aan de Vader. En Maria deelt in die toewijding: “Zie de dienstmaagd des Heren, Mij geschiede naar Uw woord”.

Jozef beschermt dit godgewijd-zijn van het Kind. Jozef beschermt het godgewijd-zijn van Maria. Jozef wordt ook aangeroepen als beschermer van de maagden.

Zo krijgen wij in Maria een voorbeeld en een voorspreekster om Haar na te volgen in onze toewijding aan God. Want ieder van ons is in het leven geroepen om God te dienen en deze God toegewijd te zijn, in navolging van Jezus, Maria en Jozef.

De Kleine Zielen hebben hun grote voorbeeld in een religieuze, een kloosterzuster, die de gelofte heeft afgelegd van armoede, gehoorzaamheid en zuiverheid: Theresia van het Kind Jezus en van het heilig Aanschijn. Ofwel: Theresia van Lisieux. Dé Kleine Ziel bij uitstek, in haar opdracht en toegewijd-zijn aan God, de Barmhartige Liefde.

“Ik hou steeds meer van haar. Omdat ik klein en arm ben, daarom houdt zij van mij; daar ben ik zeker van. Dank u, mijn God!” zo zegt Marguerite. (Bds. 17 januari 1977) Ze roept Haar aan voor haar gebedsleven. (Bds. 20 januari 1977)

Marguerite maakt de uitroep van de kleine Theresia tot de hare: “Ja, alles is genade. Ik zal die woorden nooit genoeg herhalen!” (Bds.22januari 1977) Wat Theresia zichzelf van kindsbeen af heeft voorgehouden; “alles is genade”, dat leert zij ons. En om het ons eigen te maken kunnen we het niet genoeg herhalen! Theresia is een leermeesteres om elke glimlach, elke pijn, aan God op te dragen, wetend dat deze God elke pijn aan Hem opgedragen – hoe gebrekkig ook – welwillend aanvaard: “als een schat die aan zijn Barmhartige Liefde voor de zielen wordt aangeboden.” (Bds. 221anuari 1977)

Zo zien we dat een getrouwde vrouw, een moeder, in de wereld, deel uitmakend van het maatschappelijk leven, in haar christen-zijn kan leren van een religieuze, die ongehuwd is omwille van het Rijk der Hemelen.

Een geestelijk leven, gebedsleven en godgewijd leven is weggelegd voor iedere ziel, ongeacht welke levensstaat of welke roeping. God kent in zijn ene tuin vele bloemen. Zoals een bij nectar haalt uit een bloem, terwijl zij die bloem geheel intact laat, zo ook kan ieder een gebedsleven en geestelijk leven hebben, een godgewijd leven, zonder afbreuk te doen aan zijn levensstaat. Ja, iedere levensstaat, draagt het vermogen in zich om de ‘nectar van het godgewijd leven’ te ‘produceren’. God haalt die ‘nectar’ ook uit die levensstaat van het getrouwd-zijn, het gezinsleven, het werk binnen- en buitenshuis.

Ja, een Kleine Ziel die getrouwd is en een gezinsleven kent en zijn of haar werk heeft en deel uitmaakt van het maatschappelijk leven, kan dus veel leren van een religieuze, die afgezonderd leeft van de wereld; ja, veel leren in het ‘zijn’ van een kleine ziel. Daar getuigt de dialoog van, het geestelijk gesprek dat Marguerite heeft met Jezus:

Marguerite: Mijn God, ik zou gelukkig zijn, als alle zielen in U de God ontdekten voor wie men niet bang hoeft te zijn, maar die men veeleer met eerbied en vurigheid moet benaderen, omdat Hij de God van Liefde en Barmhartigheid is.

Jezus: Word u bewust van mijn Aanwezigheid. Dat volstaat voor de onderrichtingen van de Liefde die zich aan uw hart wegschenkt.

Marguerite: Waarom, Heer, stelt men twee kleine zielen tegenover elkaar, waarvan de ene in de hemel is, terwijl de andere er slechts naar streeft U op aarde te doen beminnen? Ik wil niet trachten te begrijpen, maar de tegenstellingen doen pijn!

Jezus: Mijn kind, elk heeft bij zijn doortocht op de wereld zijn eigen welbepaalde zending gekregen. Al verandert het aanschijn van de Liefde niet, de mensen verschillen in de vervulling van de opdracht die hun wordt toevertrouwd.

Tussen Theresia en u ligt er een wereld, die de mensen niet kunnen betreden; alleen de Liefde is daartoe in staat. Theresia bezit de eeuwige heerlijkheid. Zij heeft datgene vervuld waarvoor ze gekomen was. Zoals zij, hebt ge “ja” geantwoord op de Liefde-wil die in uw hart werd uitgesproken. Ze heeft verlangd Me veel kleine zielen te geven.

Gij hebt haar verlangen verwezenlijkt in een tijd waarin het bovennatuurlijke een schamel figuur slaat. Gij kunt niet vergeleken worden met Theresia, evenmin Theresia met Marguerite. Gij zijt twee polen, verbonden door de vaste as van de Liefde! Twee zendingen die gelijkenis met elkaar vertonen door de Liefde die ze bezield heeft, maar die verschillen door de personen en het milieu waarin ze zijn ontstaan.

Voorwaar, Ik zeg het u nogmaals: er is geen vergelijking mogelijk tussen degenen die Ik uitkoos, maar wel eenheid van Liefde door de band die hen verenigt.

Ik heb aan de wereld Theresia gegeven, in haar tijd! Ik geef Marguerite, eveneens in haar tijd! Zij die voorafgingen spreken ten beste voor hen die blijven. …

Onthoud dit goed, kind, uw roeping is niet dezelfde als die van Theresia, hoewel ze er gelijkenis mee vertoont, door de weg die er naar toe leidt. Richt uw aandacht op zachtmoedigheid en ootmoed. (Bds. 8 februari 1977)

Marguerite leest de boekwerken van en over Theresia, zoals ‘Laatste gesprekken van de H. Theresia van het Kind Jezus’, o.a. met de vraag die men haar stelde: “Wat betekent het een klein kind te blijven voor God”? (Bds. 19 augustus 1978)

Marguerite leest ook, op aanraden van haar geestelijke leidsman, de brief van paus Johannes Paulus I aan Theresia van Lisieux. (Bds. 1 oktober 1979)

Ik zou u, Kleine Zielen, ook willen aanraden te lezen uit en over de werken van deze religieuze Theresia van het Kind Jezus en het Heilig Aanschijn, zeker in dit jaar. Om te groeien als kleine ziel om nog meer ‘klein en arm’ te zijn en je bemind te weten. Theresia draagt als religieuze ook de naam ‘van het heilig Aanschijn’. Jezus heeft een gezicht. In Jezus heeft God een gezicht. Het is zelfs een geschonden gelaat als Hij zijn lijdenstijd ingaat; als Hij na zijn laatste gesprekken het lijden ingaat en zijn opdracht en toewijding voltooid wordt: dan krijgt zijn gelaat de trekken van lijden, die ten diepste de trekken van zijn medelijden en barmhartigheid met ons zijn. Zoek dit gelaat en aanschijn. Jezus zegt Marguerite. “Richt uw aandacht op zachtmoedigheid en ootmoed”. Dat is: richt je met Theresia op het gelaat van Jezus, dat de trekken heeft van zachtmoedigheid en nederigheid, van de Barmhartige Liefde. Zoek dit geschonden gelaat en gezicht van de Liefde!

In mei 2015 zullen we met de Kleine Zielen vanuit Limburg naar ‘de dienstmaagd des Heren’ gaan, Maria, de ‘Maagd der Armen’. De Maagd van armen en kleinen, kleine zielen. Daarna bezoeken we Chèvremont, om ook daar Maria te eren. Deze Maria kan ons helpen ‘arm en klein’ te zijn en zich ‘bemind’ te weten.