De Goddelijke Barmhartigheid

DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID

We hebben de Kersttijd nu achter de rug. Ook Maria Lichtmis, ofwel de Opdracht van de Heer in de tempel. Veertig dagen na zijn geboorte werd het Kind Jezus aan de Heer opgedragen. Reeds bij zijn geboorte werpt het kruis zijn schaduw vooruit: “Zie, dit Kind zal bestemd zijn tot val of opstandig van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt” (Lc. 2,34). Ook bij Maria werpt het Kruis zijn schaduw vooruit, zo blijkt uit de profetie van de grijsaard Simeon: “en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord” (Lc. 2,35). Als hier, bij de geboorte, al vooruit gelopen wordt op de smart van Maria en haar doorboord hart als ze staat onder het Kruis, dan wordt hiermee ook vooruitgelopen op de geopende zijde van de Gekruisigde, na zij sterven. Hier licht het paasmysterie al op, meteen bij de geboorte en vlak na de geboorte. De weg van Betlehem naar Jeruzalem is kort. De weg van de kribbe naar het Kruis is kort. De weg van onze wieg tot ons graf is, hoe lang we hier op aarde ook leven, kort. Zoals gezegd: het paasmysterie licht bij de geboorte al op. Het wordt ons door een boodschap van de engel duidelijk gemaakt: “Heden is u een Redder geboren” (Lc. 2,11). En het wordt ons meegedeeld door iemand die door de Heer daartoe is uitgekozen, als een uitverkoren instrument. Door de Geest bewogen. De oude Simeon. Een gewoon mens, zoals we zeggen. Niet opvallend. Hij is begenadigd met een heel vertrouwelijke en intieme omgang met de Heer. Ja, de Heer spreekt tot hem, door de Geest: “Hij had een godspraak ontvangen van de heilige Geest dat de dood hem niet zou treffen, voordat hij de Gezalfde van de Heer zou hebben aanschouwt” (Lc. 2,26). Simeon ontvangt blijkbaar in een hemelse boodschap, in een persoonlijk woord van de Heer in de Geest aan hem, specifieke informatie over zijn eigen leven en dood (“Laat nu Heer, uw dienaar in vrede heengaan” – Lc. 2,29), en over de smarten van de moeder Gods, én over het Kind. De boodschap van Gods heilsplan die hem, een gewone man, is toevertrouwt deelt hij mee aan anderen: “Een licht dat voor alle heidenen straalt, een glorie voor Israël zijn volk” (Lc. 2,32). De glorie van Pasen werpt zijn licht vooruit! Overigens bevindt zich in de tempel naast de gewone man Simeon, ook een gewone vrouw: Hanna is haar naam. Een bidziel. Ook zij spreekt. In de Geest. Als een instrument door God uitverkoren. Tot mensen die hun vertrouwen op God hebben gesteld. Ze bemoedigt. En ze dankt God.

Zo kiest door de geschiedenis heen, God, in zijn goedheid en barmhartigheid, mensen uit, tot wie Hij op een bijzondere wijze spreekt. In de Geest. In een godspraak van de Geest. En wat ook door de Kerk wordt getoetst. Eenvoudige zielen, vrouwen en mannen, die uitverkoren worden, om anderen met een Boodschap te sterken en te bemoedigen. Zo is er Marguerite, wiens 100ste geboortedag dit jaar gevierd wordt. Haar intieme dialoog met de Heer die tot haar spreekt, en wat we mogen bestempelen als een ‘godspraak in de Geest’, ligt vervat in de Boodschap van de Barmhartige Liefde, die we ter harte moge nemen, ter bemoediging en ter versterking. In de Boodschap van de Barmhartige Liefde licht voor ons het paasmysterie op: ‘teken van tegenspraak’, de smarten van een doorbroord hart, én ook het licht en de glorie, de vervulling van onze verwachtingen. Goede Vrijdag en Pasen.

Zo heeft God de Heer ook een gewone, eenvoudige zuster, met een diep geestelijk leven, heilige Faustina, uitverkoren om de boodschap van de Goddelijke Barmhartigheid wereldkundig te maken, en dit met de hulp van een priester, zalige Michaël Sopolcko, haar geestelijk leidsman, die haar in de Geest heeft bijgestaan, in de verspreiding van de verering van de Goddelijke Barmhartigheid.

Op het negende uur gaf de Heer Jezus de geest. Zijn zijde werd doorboord en er stroomde bloed en water uit. Dat is het uur van de Goddelijke Barmhartigheid. Voor geheel de wereld, voor alle volken en het volk Israël. De Barmhartige Liefde stroomt naar ons toe, en neemt de zonde van verdeeldheid weg. De geest van mededogen komt over ons, die opzien naar Hem die voor ons is doorstoken. Dit is het heilige uur. Ook voor Maria, wiens ziel is doorboord, en in dit uur Moeder van Barmhartigheid wordt.

Van Goede Vrijdag tot Beloken Pasen is een noveen. Negen dagen. Met Pasen schenkt de verrezen Heer zijn Geest aan de apostelen: om zonden te vergeven. Hij schenkt zijn Geest van mededogen en barmhartigheid. Hij schenkt in zijn Goddelijke Barmhartigheid de apostelen de macht om zonden te vergeven. En acht dagen later, beloken Pasen, roept de verrezen Heer apostel Thomas bij zich. Hij was er de vorige keer niet bij, de groep van de apostelen was uiteengevallen. Zonde verdeelt en verstrooit. Zonde van jaloezie, geldzucht, hooghartigheid en ongehoorzaamheid brengen verdeeldheid. Verdeeldheid mag niet onder ons heersen! De verrezen Heer brengt de uiteengevallen groep van apostelen bijeen: Thomas is er bij. En Thomas mag zijn hand leggen in de geopende zijde, de bron van de Goddelijke Barmhartigheid. Hij kan niet anders uitroepen, met zekerheid: “Mijn Heer en mijn God!” (Joh. 20,28). “Vroeger, dat herinner ik mij wel, zouden zoveel gunsten mijn ziel tot overmoed verleid hebben. Want ik ben thans blij als ik mijn ziel in heel haar nietigheid zie, maar overladen met tedere liefde. Mijn Heer en mijn God!” (Boodschap van de Barmhartige Liefde, 2 februari 1967). Als wij in aanraking komen met de bron van de Goddelijke Barmhartigheid en van de Barmhartige Liefde, kunnen we niets anders dan uitroepen: “Mijn Heer en mijn God!” ofwel “Jezus, ik vertrouw op U!”

Op Beloken Pasen zal Johannes Paulus II heiligverklaard worden. Hij heeft “met onderscheiding van geesten” en in toetsing van de charisma’s, mensen met bijzondere geestesgaven, mensen bewogen door de Geest, bijzonder bemoedigt en gesterkt, zoals ook Marguerite, in het uitdragen van de Boodschap van Barmhartige Liefde. En zo heeft hij ook krachtig meegewerkt aan de verspreiding van de verering van de Goddelijke Barmhartigheid.

In de jaren zeventig heeft Johannes Paulus II, toen nog kardinaal Karol Wjotyla, in de vastentijd een retraite geleid voor paus Paulus VI en zijn medewerkers. De retraite heeft als titel “Teken van tegenspraak”. Een kleine ziel vindt in dit Teken van Tegenspraak, in Kruis en Verrijzenis, de redding en de bron van Goddelijke Barmhartigheid en Barmhartige Liefde. Voor ons kleine zielen! U allen, een vruchtbare vastentijd en een zalig Pasen gewenst, alsook een zegenrijk feest van de Goddelijke Barmhartigheid!