Maart Sint Jozef Maand – met liederen

Sint Jozef, trouwe man (lied)

De devotie tot St. Jozef

Het heeft lang geduurd in de geschiedenis van de Kerk, voordat de devotie tot St. Jozef een plaats kreeg. De traditie zegt weinig over St. Jozef. Ook legenden rondom zijn persoon zijn uiterst schaars. In de catacomben van Rome zou een steen te vinden zijn met een in het Grieks geschreven opschrift: “Heilige Jozef, sta mij bij in mijn arbeid en verkrijg voor mij genade”. Verder vinden wij in de eerste tien eeuwen geen schrijver, geen dichter, ja zelfs geen heilige die de grootheid van deze man Gods bezingt. In de geschiedenis van de Karmel-orde wordt verteld, dat in de twaalfde eeuw de Karmelieten op hun weg van de Berg Karmel naar het Westen, een feest ter ere van St. Jozef meebrachten.

Jean Gerson

Jean Gerson (1363-1424), de grote kanselier van de Parijse universiteit heeft veel gedaan om St. Jozef een plaats te geven in de Westerse geschiedenis. Wat dat betreft was hij zijn tijd vooruit en was hij een van de grootste mannen van zijn eeuw. In 1414 richtte hij een schrijven aan hertog Jean de Berry, de broer van de Franse koning, met het verzoek de devotie tot St. Jozef te bevorderen. Zijn liefde voor St. Jozef was groot. In een van zijn beschouwingen zegt hij: “Welk een vertrouwen mag men stellen in St. Jozef. Als echtgenoot kan hij zich wenden tot Maria. Als Vader van Jezus vermag zijn woord veel bij Hem”.

Als afgezant van de koning naar het concilie van Constanz liet Jean Gerson geen poging onbeproefd om een einde te maken aan het treurig schisma, dat de kerk teisterde. Zijn machtig wapen hiervoor was de devotie tot St. Jozef. Zijn geleerdheid en zijn aanzien deden hem een beroep doen op vorsten en bisschoppen, opdat zij eensgezind de verering zouden bevorderen van deze man Gods, St. Jozef. Wanneer Jean Gerson later om politieke redenen in ballingschap moet gaan, vindt hij de tijd om een groot Latijns loflied te schrijven ter ere van St. Jozef, het zogenaamde “Josephina”. Wij mogen deze geleerde wel de apostel van de St. Jozefverering noemen.

In 1479 voert Paus Sixtus IV een feestdag van St. Jozef in. Hij neemt St. Jozef op in het Brevier en het Romeins Missaal. De Italiaanse Dominicaan Isidoro da Isolano geeft een nieuwe impuls aan de devotie. Zijn boek “Summa de donis Sancti Joseph” over de gaven van St. Jozef uit 1522 viel in de smaak bij Paus Benedictus XIV. Hij noemde deze religieus een van de grote bevorderaars van de verering van St. Jozef. Het boek van Ísodoro da Isolano werd opgedragen aan Paus Adrianus de Eerste, de enige Nederlandse Paus.

De Karmelbroeders

De Orde van de Karmelieten neemt een opvallende plaats in ten aanzien van de St. Jozefdevotie. Al in de twaalfde eeuw wonen op de Berg Karmel kluizenaars, die eerst de naam Karmelbroeders dragen en later Karmelieten genoemd worden. De Karmelbroeders vierden de sterfdag van St. Jozef. Zij sluiten hierbij aan bij de St. Jozefverering vanaf de vijfde eeuw in de Oosterse kerk.

Als de Karmelieten zich na de Kruistochten op verzoek van de Paus in Spanje vestigen, brengen zij de St. Jozefdevotie mee naar Europa. Deze gegevens zijn ontleend aan het werk van de Bollandisten. De Bollandisten zijn een vereniging van Jezuïeten die heiligenlevens beschrijven. De Venrayse Jezuïet Hensenius (1601-1681) heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de samenstelling van een “gezuiverde” heiligenkalender, de z.g. Acta Sanctorum.

Theresia van Avila

De naam Theresia van Avila moet in een beschouwing over de St. Jozefverering met ere genoemd worden. Als hervormster van de Karmelietenorde wijdde zij het eerste klooster, dat zij in 1562 in Avila stichtte, toe aan St. Jozef. Ook de elf kloosters, die zij later stichtte, stelde zij onder zijn bescherming. Zij koesterde een intens dankbare liefde tot haar geliefde heilige.

Aan haar vele werken wil ik slechts enkele citaten ontlenen: “Hoe kunnen wij intiem omgaan met Jezus en Maria, wanneer wij St. Jozef vergeten? Na een langdurige ernstige ziekte schrijft zij: “Ik koos de roemrijke St. Jozef tot mijn voorspreker en beschermer. Ik beval mij dringend in zijn voorbede aan. Ik heb duidelijk leren inzien, dat hij mij als een vader en beschermer redde zowel uit mijn ellende van dat ogenblik, als uit andere nog grotere noden, waarin mijn eer en het heil van mijn ziel op het spel stonden.”

Tot de religieuzen in het bijzonder zegt zij: “Vooral personen die zich aan het gebed wijden, moeten een bijzondere godsvrucht voor hem koesteren. Wie geen leermeester kan vinden om te weten welke weg hij bij het gebed en de overweging moet inslaan, hij kieze St. Jozef tot zijn leidsman.” Aan Pater Ambrosio Mariano, een van haar eerste volgelingen schrijft zij: “Dat de gehele wereld aan Jozef toegewijd moge worden.”

In navolging van Theresia heeft de Karmel-orde steeds weer geijverd voor de eer van St. Jozef. In 1621 kiezen zij hem tot hun patroon. In hetzelfde jaar bepaalt Gregorius XV dat 19 maart als feestdag van St. Jozef gevierd zal worden voor de hele kerk. De Spaanse koning Karel II wijdt op het St. Nicolaasfeest van 1678 zijn land toe aan St. Jozef. Venray en Smakt behoren sedert 1543, als de heer van Gelre zijn soevereiniteit af staat aan Karel V, tot het Spaanse vorstenhuis. De toewijding door de koning geldt dus ook voor Smakt.

Grote Kanselredenaar

In de zeventiende eeuw neemt de grote kanselredenaar van Frankrijk, Bossuet een bijzondere plaats in onder de vurige vereerders van St. Jozef. Van hem zijn twee preken bekend over St. Jozef: “Bewaar het toevertrouwde pand” en “God koos zich een man naar Zijn Hart”. In de kapel van de zusters Karmelietessen van Parijs bezingt hij de grootheid van St. Jozef: “O onvergelijkelijke Jozef, gij zijt dierbaar aan God. Hij vertrouwde u drie kostbare panden toe. Jezus, zijn moeder en het mysterie van Zijn heilswerk. Gij zijt een man naar Gods hart, rechtvaardig, waarachtig, getrouw en nederig.”

Franciscus van Sales

In diezelfde eeuw schreef Franciscus van Sales ook treffende gedachten neer over St. Jozef. Zo lezen wij van hem: “Om beschermer te zijn, niet van één van je medemensen, maar van Christus, onze Heer, om bruidegom te zijn, niet van een gewone vrouw, maar van de gezegende onder alle vrouwen, moest Jozef wel een heilige zijn. Aan het voorbeeld van St. Jozef kunnen de christenen zich spiegelen. Bij St. Jozef kan iedereen in de leer gaan om te weten hoe je je leven goed kunt inrichten. St. Jozef is ook bereid zijn beschermende hand uit te strekken naar allen die zijn hulp inroepen. Wij mogen op zijn tussenkomst rekenen. Niets zal aan deze man Gods geweigerd worden, noch door Maria, noch door zijn goddelijk kind. Zo wij vertrouwen in Hem stellen zullen wij voortgang maken op het pad van de deugden en het eeuwig loon ontvangen”.

Wereldwijd

Bossuet en Franciscus van Sales bevorderen de St. Jozefdevotie. Toch moeten wij zeggen dat juist de geestelijke zonen en dochters van Theresia van Avila haar grote devotie tot St. Jozef levendig bleven houden en gehoor gaven aan de wensen van hun stichteres. Zij zouden hun krachten inzetten voor deze nieuwe werelddevotie. Daar, waar ze op wens van Paus en Koning heentrokken, maakten zij het volk bekend met de devotie tot St. Jozef. Door hun toedoen werd St. Jozef ook de patroon van de missiestaties van de orde in de Hollandse zending, een tot dan toe een ongehoord feit in Nederland. Kerken en kapellen werden gebouwd ter ere van St. Jozef. De Spaanse Karmeliet Cristobal de San José beschrijft de verhouding van de Karmel tot St. Jozef: “Theresia’s volgelingen kunnen de rijkdom van uw gunsten, St. Jozef niet stilzwijgend voorbijgaan. Hoe zouden zij Uw vaderlijke bezorgdheid ooit kunnen vergeten? Zou dit niet een teken zijn van verregaand onrecht? Als God wilde dat de orde van Karmel door Theresia in haar oude luister werd hersteld, wilde Hij ook dat zij U, St. Jozef, zou kiezen tot leider en mm beschermer van haar geestelijke familie. De H. Theresia heeft deze opdracht vervuld en hoe groot en verheven zijn de voordelen, die zulke gelukkige keuze ons bezorgde. Gij, St. Jozef, Gij zijt de gids op onze wegen, de metgezel op onze aardse pelgrimage. In U begroeten wij een onwrikbaar fundament van de hervorming van onze orde, de garantie van onze vrede, de sterke zuil van onze waarachtigheid en een onuitputtelijke bron van weldaden. Vol vertrouwen komen wij tot U. Elk van haar kinderen dient een vurig minnaar te worden van St. Jozef, een ijverige prediker van zijn glorie en een onvermoeibare bevorderaar van zijn verering. Deze woorden waren profetisch. Zij zouden nieuw leven geven aan de verering van St. Jozef in de gehele kerk.

Patroon van de Kerk

Paus Pius IX, de Paus van het eerste Vaticaanse Concilie, riep op 8 december 1870 St. Jozef uit tot patroon van de hele Katholieke Kerk. Op 15 augustus 1889 verscheen van de hand van Paus Leo XIII de encycliek “QUAMOQUAM PLURIES” over St. Jozef. Deze handelt over de hulp van St. Jozef en over zijn karakteristieke voorbeeld van trouw en rechtvaardigheid. Pius X riep opnieuw St. Jozef uit tot beschermer van de Kerk. Benedictus XV zorgde voor een eigen prefatie op de feestdagen van St. Jozef.

Patroon van de Arbeid

In 1955 stelde Pius XII het feest in van St. Jozef-Arbeider. Voortaan zou 1 mei, de dag van de arbeid, in het teken staan van St. Jozef als patroon van alle werklieden, onder het motto: “Wilt gij Christus nabij zijn, gaat dan tot Jozef”,

De grote Paus van de vernieuwing, Johannes XXIII, gaf St. Jozef een nieuwe ereplaats in onze kerk. Hij zorgde er voor dat St. Jozef met name wordt genoemd in het eucharistisch dankgebed. Hij riep op 19 maart 1961 St. Jozef ook uit tot patroon van het Tweede Vaticaans Concilie.

Paus Johannes wilde de nieuwe tijd beginnen met St. Jozef als bezieler van vrede, stilte, arbeidzaamheid en gebed in dienst van de kerk. Bij de aankondiging van het concilie zei de Paus: “Wanneer er één hemelse beschermer wordt aangewezen om tijdens de voorbereidingen en het verloop van het concilie de virtus divina, de goddelijke kracht, van de hemel af te smeken, dan is er tussen al die hemelingen niemand aan wie wij dit beter kunnen toevertrouwen dan aan de heilige Jozef. Hij is immers het hoofd van het heilig huisgezin en de beschermer van de Kerk. Moge Jozef de trouwe bruidegom van de maagd Maria, het concilie met zijn gebeden begunstigen.”

Paus Johannes Paulus II heeft op 15 augustus 1989, honderd jaar na de encycliek van Paus Leo XIII, een brief geschreven over St. Jozef. Onder de titel Redemptoris Custos, de Hoeder van de Verlosser, behandelt hij de persoon en de zending van de heilige Jozef in het leven van Christus en van de Kerk. De slotzin van de pauselijke brief is voor mij een oprecht gebed. “Moge Sint Jozef voor de Kerk en voor de wereld en ook voor ieder van ons de zegen van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest verkrijgen.”

Uit; Op weg met Sint Jozef, 300 jaar Jozefverering in Smakt, 1994, NLW-Bedrijven Venray, blz. 5-11.