Waarom wij naar God verlangen – en waarom Hij ons al is tegemoetgekomen
Met Kerstmis vieren we niet in de eerste plaats dat mensen naar God op zoek gaan, maar dat God zelf naar ons toe is gekomen. Hij heeft zich aan ons geopenbaard. In Jezus is God zichtbaar, nabij en aanspreekbaar geworden.
Misschien lijkt God voor velen vandaag een abstract begrip, een hypothese uit een ver verleden, iets dat je kunt laten rusten zolang het leven loopt. En toch: het leven zelf zet ons telkens opnieuw op weg. Niemand van ons kan zich blijvend tevredenstellen met alleen het zichtbare, het meetbare, het functionele. Er zijn momenten – van intens geluk of van diep verlies – waarop we voelen dat dit niet alles kan zijn. Alsof ons bestaan groter is dan wat we in handen kunnen houden.
Juist in zulke momenten wordt iets in ons wakker. Een verlangen dat niet samenvalt met bezit, succes of erkenning. Een hunkering naar waarheid, naar schoonheid, naar goedheid die niet opraakt. Wie eerlijk luistert naar zijn geweten, ontdekt dat dit verlangen geen leegte is, maar een richting. Het wijst ergens naartoe. Of beter: naar Iemand.
Dat zoeken naar zin en betekenis is geen teken van zwakte. Integendeel. Het drijft de wetenschapper om verder te vragen, de kunstenaar om te scheppen, de mens in de liefde om zichzelf te overstijgen. Zelfs waar het ontspoort – in een jacht naar macht, genot of roem – blijft dezelfde dorst zichtbaar: de drang om vervuld te worden, om rust te vinden.
Tegelijk ervaren we iets anders. We willen het goede, maar doen het niet altijd. We weten wat juist is, maar kiezen soms het tegenovergestelde. In ons leeft een breuk: een spanning tussen verlangen en werkelijkheid, tussen ideaal en falen. Dat ervaren we niet alleen als teleurstelling, maar als verantwoordelijkheid. Het goede verplicht ons; het kwade beschuldigt ons. En die stem die dat onderscheid maakt, het geweten, laat zich niet wegredeneren. Ze beoordeelt niet alleen onze daden, maar onszelf.
Die stem komt niet simpelweg van onszelf of van de samenleving. We weten immers dat we ons er zelfs tegen ouders, cultuur of meerderheid “in geweten” kunnen verzetten. Het geweten wijst voorbij onszelf, naar een norm die groter is dan wij, naar een goedheid die geen grens kent. En meer nog: de gevoelens die het oproept – vrede, schaamte, berouw, vertrouwen – horen bij een ontmoeting met een persoon, niet met een abstract principe.
Daarom is het verlangen naar geluk uiteindelijk geen verlangen naar iets, maar naar Iemand. Naar de Allerhoogste, de Levende, de Algoede. Het kwaad dat wij ervaren is dan ook niet alleen het missen van iets, maar het breken van een relatie: ontrouw aan Degene die liefde is.
Waarom zoeken wij God? Omdat Hij er is. Zoals Augustinus het verwoordde: “Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U.” Door de eeuwen heen hebben denkers, dichters en kunstenaars dit herkend. Niet als vlucht uit de werkelijkheid, maar als haar diepste ontsluiting. Het besef van God in het geweten werd voor velen de toegang tot waarheid, vrijheid en verantwoordelijkheid.
En toch blijft één vraag: als dit verlangen zo diep in ons leeft, waarom vinden wij dan niet vanzelf de weg? Het antwoord van Kerstmis is even eenvoudig als schokkend: omdat wij die weg niet zelf hoeven te maken. God is ons tegemoetgekomen. Hij is geen verre idee gebleven, maar heeft Zich geopenbaard. In de kwetsbaarheid van een Kind laat Hij zien wie Hij is: nabij, aanspreekbaar, te vinden.
Kerstmis zegt niet: zoek harder. Het zegt: laat je vinden. God zelf is gekomen, niet om onze vragen te veroordelen, maar om ze te vervullen. En wie Hem eenmaal ontmoet, begrijpt wat Augustinus later schreef: “Te laat heb ik U bemind, Gij waart bij mij, maar ik was niet bij U.”
Dat is de kern van Kerstmis: niet de mens die zich opwerkt tot God, maar God die afdaalt naar de mens – en ons uitnodigt om eindelijk thuis te komen.
Bron: Het ware Licht, handleiding voor de praktijk van het geloofsonderricht, Bethanië Bloemendaal, Pax, Den Haag, November 1954, blz. 15-19.
Crisis in de roepingen – Tekst in de taal van jongeren van 2025
Misschien heb je het al gehoord: het aantal jonge mannen dat priester wil worden, is de laatste decennia enorm gedaald. Waar er vroeger tientallen jongeren per jaar voor het priesterschap kozen, zijn het er nu nog maar een paar. Dat noemt men een echte crisis.
Maar waarom is dat zo? Hoe komt het dat veel jongeren vandaag niet meer kiezen voor een leven in dienst van God en de Kerk?
Laten we een paar oorzaken bekijken.
***
De manier van godsdienstles geven is veranderd
Vroeger leerden jongeren op school heel duidelijk wat het geloof betekent:
wie Jezus is,
wat de sacramenten zijn,
waarom bidden belangrijk is,
hoe je kunt leven met God.
Alles was gebaseerd op de Bijbel en de Traditie. Daardoor waren jongeren vaak goed gevormd in hun geloof, en dat zorgde voor meer roepingen.
Na het Concilie is dat anders geworden. Godsdienstlessen gaan nu vaak meer over:
sociale rechtvaardigheid,
armoede,
verdraagzaamheid,
zorgen voor elkaar.
Dat zijn mooie dingen — maar het is niet de kern van ons geloof.
Jezus wordt soms voorgesteld als een soort sociale activist, maar minder als:
de Zoon van God,
onze Redder,
Degene die door Zijn dood en verrijzenis ons eeuwig leven geeft.
Zonder dat hart van het geloof wordt het moeilijk om te begrijpen waarom iemand priester zou worden. Want als geloven alleen gaat over ‘goed doen’, dan kan iedereen dat — je hoeft er geen priester voor te zijn.
2. We vergeten soms het eeuwig leven
Vandaag richten veel mensen zich bijna volledig op dit leven: school, werk, succes, relaties, geld, sociale media…
Maar het geloof spreekt óók over iets dat verder gaat dan dit alles: het eeuwig leven — waarvoor we geschapen zijn.
Als het geloof alleen nog draait om ‘lief zijn voor elkaar’, verdwijnt het grotere verhaal:
dat God een plan heeft met je leven,
dat Jezus je roept om Hem te volgen,
dat Hij leeft en verrijzenis realiteit is.
Wanneer dat verdwijnt, verdwijnt ook het verlangen om priester, religieuze of missionaris te worden.
3. Wonderen, sacramenten en gebed lijken soms minder belangrijk
Als verhalen over Jezus’ wonderen worden weggemoffeld als “symbolisch”, of als de eucharistie alleen gezien wordt als “een ritueel samenkomen”, verdwijnt het besef van het heilige.
En wie voelt zich dan nog aangesproken om zijn leven volledig aan Christus te geven?
Wat kunnen we daaraan doen?
Dat is eigenlijk heel eenvoudig, maar vraagt moed:
Terug naar de kern van het geloof.
Terug naar:
de catechismus
de Bijbel
de sacramenten
de ontdekking van wie Jezus écht is
het besef dat het leven groter is dan het hier en nu
De Kerk heeft gelukkig goede hulpmiddelen zoals:
de Catechismus van de Katholieke Kerk,
het Compendium,
en opnieuw sterkere geloofsvorming.
Wanneer jongeren opnieuw ontdekken dat Jezus leeft, dat Hij roept, dat Hij vreugde geeft die de wereld niet kan geven — dán ontstaat er weer ruimte voor roepingen.
En wat met jullie?
Misschien roept God ook iemand van jullie. Misschien spreekt Hij zacht, in stilte, door een gedachte of verlangen.
Roepingen beginnen nooit met een schok, maar met een fluistering. Met nieuwsgierigheid. Met de vraag: “God, wat wilt U met mijn leven?”
En wie die vraag durft te stellen… kan verrassende antwoorden krijgen.
***
Het priesterbeeld vroeger en nu
Misschien hebben jullie het al eens gehoord: “vroeger was het priesterschap heel anders”. Maar wat betekent dat? En waarom is dat belangrijk voor roepingen vandaag?
Laten we het even stap voor stap bekijken.
1. Hoe keek men vroeger naar een priester?
Een priester werd gezien als iemand die heel dichtbij Jezus stond:
een herder voor de mensen,
een dienaar van het Woord,
iemand die Gods sacramenten mocht geven,
iemand die anderen naar het eeuwig leven wilde leiden.
Zijn kleding — een soutane of een pij — liet zien: “Ik ben beschikbaar voor iedereen. Ik ben van God.” Dat riep automatisch respect op. Het was ook een manier om zichtbaar getuige te zijn.
Priesters baden dagelijks, dienden de sacramenten, en waren herkenbaar als geestelijke leiders. Hun leven was helemaal gericht op God.
2. En hoe is dat beeld vandaag veranderd?
Vandaag is het beeld van de priester veel minder duidelijk. Sommigen zien hem vooral als iemand die:
voorgaat in de liturgie,
opkomt voor sociale rechtvaardigheid,
zich inzet voor armen en verdrukten.
Allemaal waardevolle taken! Maar… het unieke van het priesterschap — dat een priester Christus vertegenwoordigt — raakt soms wat op de achtergrond.
Ook uiterlijk is er veel veranderd. De priesterkleding heeft vaak plaatsgemaakt voor gewone kledij. Daardoor herkennen veel mensen niet meer wie de priester eigenlijk is of wat zijn bijzondere roeping inhoudt.
En jongeren voelen dat: “Als het priesterschap er hetzelfde uitziet als elk ander beroep, waarom zou je er dan je leven aan geven?”
3. Hoe staan priesters tegenover de Kerk en de paus?
Vroeger was er een vrij grote eenheid: priester, paus en leer van de Kerk stonden op één lijn.
Vandaag hoor je soms dat priesters of theologen kritisch zijn:
de leer zou ouderwets zijn,
sacramenten minder belangrijk,
traditie achterhaald.
Voor gelovigen, en zeker voor jongeren die zoeken naar duidelijkheid, werkt dat verwarrend. Wie is nu te vertrouwen? Waar staat de Kerk voor?
Wanneer priesters onderling verdeeld zijn, is het moeilijk voor jongeren om in dat klimaat een roeping te ontdekken.
4. Het celibaat – een keuze van liefde
Vaak wordt het celibaat voorgesteld als: “Je mag niets.” Maar dat is helemaal niet wat het is.
Het celibaat is een positieve keuze:
uit liefde voor Jezus,
om helemaal beschikbaar te zijn voor de mensen,
om met heel je leven te getuigen dat God bestaat en liefheeft.
Het is niet gemakkelijk, maar de Kerk geeft priesters veel steun:
dagelijks gebed,
geestelijke begeleiding,
retraites,
onderlinge broederschap,
sacramenten.
Het celibaat is geen beperking, maar een teken van een grotere vrijheid: leven voor God en voor de mensen.
5. Stromingen die het beeld van de priester vertroebelen
Sommige moderne ideeën hebben het klassieke priesterbeeld verzwakt, zoals:
de gedachte dat iedereen priester kan zijn zonder wijding;
discussies over vrouwelijk priesterschap;
bewegingen die de Kerkstructuur willen omdraaien.
Dat werkt verwarring in de hand. Een roeping vraagt juist: duidelijkheid, identiteit, en een sterk voorbeeld.
Wanneer het unieke van het priesterschap vervaagt, wordt de aantrekkingskracht voor jongeren kleiner.
6. Wat hebben jongeren vandaag nodig?
Eigenlijk is het heel simpel:
Ze willen echte priesters zien.
Niet priesters die proberen “één van de velen” te zijn, maar priesters die uitstralen:
vreugde om God te dienen,
liefde voor de Eucharistie,
tijd voor gebed,
warmte en nabijheid,
trouw aan de Kerk,
een leven dat anders is — lichtgevend.
Als jonge mensen zulke priesters ontmoeten, neemt het aantal roepingen vanzelf toe.
Samengevat:
Een priester is niet zomaar een sociaal werker.
Hij is iemand die Christus zichtbaar maakt in deze wereld.
Jongeren zoeken duidelijkheid, echtheid en vuur.
Waar het priesterschap helder en vreugdevol geleefd wordt, ontstaan roepingen.
***
De liturgie
Wanneer we vandaag spreken over roepingen, moeten we het ook hebben over de liturgie — de manier waarop we de H. Mis vieren. Want liturgie is niet zomaar een bijeenkomst: het is de ontmoeting met God. En hoe we vieren, beïnvloedt hoe mensen geloven. Zeker jongeren.
1. Wat is liturgie eigenlijk?
Liturgie betekent: openbare eredienst aan God, en in het bijzonder: de H. Mis, waar Jezus’ Kruisoffer tegenwoordig wordt gesteld en waar wij Gods genade ontvangen.
Vroeger beleefden mensen dat heel sterk: veel eerbied, stilte, schoonheid, gregoriaans, een priester die duidelijk zichtbaar de heilige handelingen verrichtte, en een taal — het Latijn — die de plechtigheid onderstreepte.
Voor veel ouderen was dat een ervaring van “hemel op aarde.”
2. Wat is er na het Concilie veranderd?
Na het Concilie waren de bedoelingen goed: de liturgie begrijpelijker maken, de mensen meer betrekken, dichter bij het dagelijks leven komen.
Maar in de praktijk ging het soms té ver.
In veel plaatsen verdwenen:
het Latijn,
het gregoriaans,
de plechtigheid,
de duidelijke rol van de priester,
de sacrale sfeer van het altaar.
Sommigen pasten dingen aan die nooit bedoeld waren:
eigen teksten,
parafrases van Bijbelverhalen,
liturgische experimenten,
communicatoreteams aan het altaar zonder toestemming,
communie op de hand als “standaard”.
Daardoor werd de H. Mis soms minder herkenbaar als offer, en meer ervaren als een soort bijeenkomst.
3. Wat is het effect hiervan geweest?
1. Minder eerbied → minder geloofsbeleving
Als de liturgie te mensgericht wordt, als de priester meer naar het volk spreekt dan naar God, kan het gevoel van heiligheid verdwijnen.
2. Minder duidelijkheid → minder roepingen
Jonge mensen worden niet aangetrokken door iets dat lijkt op een gewone vergadering.
Ze worden aangetrokken door:
mysterie,
schoonheid,
stilte,
sacrale muziek,
rituelen die niet van deze aarde zijn,
iets dat God zichtbaar maakt.
3. Minder focus op het offer → verwarring
De H. Mis is niet alleen een maaltijd. Het is het Offer van Christus, de Consecratie is het hart van ons geloof. Als dat zwakker wordt, verzwakt het hele katholieke leven.
4. Wat missen veel mensen vandaag?
Veel katholieken — jong én oud — ervaren heimwee naar liturgie die:
hemels klinkt,
plechtig is,
stilte kent,
knielt,
zingt in gregoriaans,
trouw is aan traditie,
Jezus centraal stelt.
Daarom groeit wereldwijd de belangstelling voor de Tridentijnse of traditionele Mis. Niet uit nostalgie, maar omdat ze een diepe sacraliteit uitstraalt die jongeren soms zelden ergens anders vinden.
5. Wat betekent dit voor roepingen?
Heel simpel:
Waar liturgie vol eerbied is, daar groeien roepingen.
Waar God centraal staat, waar schoonheid en stilte heersen, waar de sacramenten stralen, daar voelen jongeren: “Hier is God écht.” En dáár begint een roeping.
Als de liturgie haar glans verliest, dan verliest ook de priester zijn aantrekkingskracht. Want jongeren willen hun leven geven voor iets wat groter is dan zijzelf.
6. Wat kunnen we vandaag doen?
De schoonheid en sacraliteit van de liturgie versterken.
Priesters aanmoedigen om met eerbied te vieren.
Jongeren laten proeven van stille aanbidding, gregoriaans, traditie.
De H. Mis weer centraal plaatsen als Offer van Christus.
Want in elke tijd — ook vandaag — roept God jonge mensen. Maar ze kunnen de roeping alleen horen in een omgeving waar het heilige wordt gekoesterd.
***
De huwelijksmoraal
We hebben het vaak over roepingen, over geloven, over de Kerk… Maar één onderwerp dat daar sterk mee verbonden is, is liefde en relaties. Hoe wij omgaan met relaties, met ons lichaam en met seksualiteit, heeft grote invloed — niet alleen op ons persoonlijk leven, maar ook op gezinnen én op roepingen in de Kerk.
1. Wat leerde de Kerk vroeger over liefde en huwelijk?
Vroeger hoorden jongeren heel duidelijk in catechese, jeugdgroepen en thuis:
leef kuis,
bewaar jezelf voor het huwelijk,
respecteer je lichaam en dat van de ander,
het huwelijk is heilig,
trouw is een deugd,
bid en ga biechten om sterk te blijven.
Dat klinkt misschien ouderwets, maar het had wél gevolgen:
veel sterke huwelijken,
stabiele gezinnen,
kinderen die in liefde werden opgevoed,
minder echtscheidingen,
een sfeer waarin roepingen makkelijk konden groeien.
Waarom? Omdat zuiverheid en trouw je vrij maken om echt lief te hebben — en die vrijheid is de bodem voor grote keuzes.
2. Wat zien we vandaag?
De slinger is helemaal de andere kant op gegaan.
Vandaag hoor je veel vaker:
“Doe wat goed voelt.”
“Zolang je niemand kwaad doet, is alles oké.”
“Liefde = genieten.”
“Iedereen doet het.”
“Kuisheid? Dat is toch belachelijk.”
In boeken, media, sociale netwerken, films en zelfs soms in kerkelijke omgevingen krijgt seksualiteit vooral een genotskleur.
Het gevolg?
het zondebesef verdwijnt,
bijna niemand biecht nog,
grenzen vervagen,
jongeren voelen zich verward,
relaties worden oppervlakkiger,
veel huwelijken starten wankel of mislukken vroeg.
En in gezinnen waar zoveel onrust en breuk is, wordt het moeilijker dat jongeren de stille roep van God horen.
3. Wat doet dit met roepingen?
Voor een jonge man die over een priesterroeping nadenkt is het vandaag vaak:
“Waarom zou ik celibatair leven in een wereld die seksualiteit ziet als het grootste goed?”
“Hoe kan ik een andere weg kiezen als iedereen die weg belachelijk maakt?”
“Is het wel mogelijk om zuiver te leven?”
Maar dat zijn precies de vragen van een generatie die verlangt naar meer. Naar betekenis, echtheid, trouw, innerlijke rust, naar liefde die verder gaat dan gevoel.
Celibaat is geen “nee” tegen liefde — het is een radicaal “ja” tegen Gods liefde”, een teken dat eeuwige liefde écht bestaat.
Maar die keuze kun je alleen maken als je een cultuur kent die zuiverheid ondersteunt.
4. Wat hebben jongeren vandaag nodig?
Niet moraliserende toespraken. Niet angst. Niet schaamte.
Maar:
Waarheid (dat liefde meer is dan gevoelens)
Vrijheid (dat grenzen je beschermen)
Waarde (dat je lichaam heilig is)
Vertrouwen (dat je niet alles hoeft te doen wat de wereld roept)
Voorbeelden van sterke huwelijken én sterke priesters
De Kerk moet opnieuw duidelijkheid bieden, niet om te veroordelen, maar om jongeren te helpen ontdekken dat:
echte liefde geduld vraagt, zuiverheid geeft vrijheid, en dat je pas echt ja kunt zeggen, als je eerst hebt geleerd om nee te kunnen zeggen.
5. Wat kunnen wij vandaag doen?
Misschien moeten we opnieuw durven spreken over de waarden die jongeren juist kracht geven:
kuisheid
trouw
respect
voorbereiding op een huwelijk
eerbied voor het lichaam
sacramenten als krachtbron
biecht als bevrijding
deugden die liefde laten groeien
Dit is niet achterhaald — het is urgent. De cijfers van gebroken relaties, depressies, eenzaamheid en gezinnen in crisis laten zien dat we een betere weg nodig hebben.
En een cultuur die liefde zuiver ziet, is ook een cultuur waar roepingen kunnen groeien.
Samengevat
Liefde is meer dan gevoelens.
Seksualiteit is kostbaar en vraagt respect.
De Kerk wil je helpen echte liefde te ontdekken.
Zuiverheid is niet saai, maar krachtig.
Sterke gezinnen brengen sterke roepingen voort.
Een roeping groeit in een hart dat vrij is — niet opgeslokt door verleiding.
Door pastoor Geudens: Originele tekst verwoord in de taal van jongeren van 2025
Brontekst: Catholica, Katholiek magazine voor Nederland en Vlaanderen, Antwerpen, April 2008, nr. 58, blz. 380-385.
Marguerite, glimlach van God — hoe een klein hart de Liefde van Jezus openbaart
Soms gebeurt het wonderlijkste in stilte. Geen donder, geen bliksem, geen trompetgeschal. Enkel een trilling in de lucht — alsof de Hemel even ademt. Marguerite was zo’n trilling. Onopgemerkt voor velen, maar in de ogen van Jezus een kostbare parel.
Ze werd geboren in een gewoon arbeidersgezin, ergens in Wallonië. Geen kerkklokken die haar wiegje zegenden, geen vrome handen die haar bij het doopvont droegen. Het geloof was afwezig. En toch… in haar leefde een geheim verlangen. Zoals een bloem zich richt naar een zon die ze nog nooit gezien heeft. Als twaalfjarig meisje vroeg ze zélf om gedoopt te worden. Alsof haar ziel wist: ik kom uit het water voort. En dan… stilte. Geen catechese, geen uitleg. Maar een vuur smeulde in haar hart. Onzichtbaar.
De glimlach van het Kind
Op een kerstavond, jaren later, ging ze voor het eerst naar de middernachtmis. Ze zag het Kind in de kribbe. En op dat moment brak de Hemel open. Het Kind Jezus lachte haar toe. Niet zomaar — maar zoals alleen God kan glimlachen: met een liefde die het hele hart overweldigt. Ze begon te huilen, haar hart bonsde. Ze was veroverd. Vanaf dan ging ze trouw naar de Mis. En Jezus begon haar binnen te leiden in het geheim van zijn Hart. Niet met theologische lessen, maar met tedere woorden, innerlijke aanrakingen, en droombeelden die haar diep raakten.
In één van haar dromen zag ze Maria met het Kind. Een menigte reikte naar Hem, maar Hij wendde zich telkens af… tot Hij bij haar kwam. En toen — het Kind glimlachte, strekte zijn armen naar haar uit, en overlaadde haar met tedere liefkozingen. Marguerite begreep het niet, maar voelde: dit gaat niet over haar verdiensten. Dit gaat over uitverkoren liefde. Ze vroeg zich af: “Waarom ik?” En de Hemel antwoordde niet in woorden, maar in trouw.
Klein, maar dragend
Marguerite werd geen predikante, geen profetes met luide stem. Ze bleef klein. Maar in haar kleinheid ontving ze een grote taak: Jezus sprak tot haar — niet om haar op te blazen, maar om haar dienstbaar te maken.
Hij vroeg haar: “Breng kleine zielen samen. Laat hen tot Mij komen. Vertrouwend, nederig, met open handen.”
En zo ontstond het Legioen van de Kleine Zielen, een geestelijke beweging van mensen die in hun eenvoud en broosheid toch tot het diepste van Gods Hart doordringen. Geen groots vertoon, geen uiterlijk vertoon — maar stil vertrouwen, intense liefde.
Marguerite begon alles op te schrijven: haar gesprekken met Jezus, zijn tedere vermaningen, zijn oproepen tot gebed, overgave en liefde. Die teksten zijn niet ingewikkeld. Ze zijn als dauwdruppels op een blad: helder, klein, kostbaar.
Liefde die zich laat aanraken
De kern van haar boodschap is eenvoudig, maar diep:
“De Liefde wil bemind worden.” “Jezus is niet ver, Hij is een Vriend die wacht.” “Kleine zielen kunnen machtig zijn in de strijd tegen het kwaad — als zij liefhebben en bidden.”
In een wereld die steeds ingewikkelder wordt, komt Marguerite als een zachte stem die zegt:
“Keer terug naar het Hart.” “Durf weer klein te zijn.” “Bid. Bemint. Vertrouw.”
Marguerite als een icoon; haar leven is geen droge opsomming van gebeurtenissen, maar een spiegel van wat er kán gebeuren als een hart zich opent voor God.
Glimlach van God
Op 14 maart 2005, in een ziekenhuisbed, vol pijn, fluisterde ze nog: “Moeder Maria!” En toen gaf ze haar ziel terug aan Jezus, haar Bruidegom. Hij had haar ooit gezegd: “Voortaan zult gij ‘glimlach van God’ heten. In de Hemel is dit uw naam.”
Marguerite is niet zomaar een mystica. Ze is een brug tussen de gewone mens en het Hart van God. Een gids voor allen die in warmte, gevoelens en stil ontzag willen leven. Haar leven is een uitnodiging. Geen verplichting, geen leerplicht. Gewoon een fluistering: “Wil jij ook een kleine ziel zijn?”
* Maandag 1 t/m maandag 8 september: vliegbedevaart naar Medjugorje met op de 1e dag een heilige Mis in de oude Mariabedevaartplaats Kevelaer, Duitsland.
* Vrijdag 5 september, Gebedsavond LKZ Parkstad (Pastoor F. Sweer).
Programma in de kerk: 19.00 uur Heilige Mis. Daarna Aanbidding van het H. Sacrament met rozenkransgebed en biechtgelegenheid.
Locatie: RK kerk van Terwinselen, Kerkrade.
Info: legioenkleinezielen@live.com
* Woensdag 10 september gebedsdag LKZ Amsterdam (geestelijke leiding: Pastoor Pater Knudsen of Pater Hagenbeek).
Programma: 11.00 uur H. Mis met aansluitend Lof en conferentie in de pastorie tot ongeveer 14.00 uur.
Locatie: Sint-Agneskerk aan de Amstelveenseweg 161-163 te Amsterdam.
Info: mevr. Anki Garthoff, e-mail: anki.garthoff@kpnmail.nl
Locatie: de Kerk van St. Jozef (geestelijke leiding: Pastoor Geudens).
Programma: 15.00 uur Heilige Mis, preek, aansluitend Aanbidding met rozenkransgebed, biechtgelegenheid. 16.15 uur: Zegen met het Allerheiligst Sacrament en Tantum Ergo. Aansluitend gezellig samenzijn in de rectoraatwoning naast de kapel. Locatie: Sint Jozeflaan 58, Smakt.
Locatie: RK kerk St. Petrus Banden te Heer, Maastricht.
Programma:18.30 uur rozenkrans/Marialitanie 19.00 uur H. Mis 19.30 uur Aanbidding van het H. Sacrament met o.a. Barmhartigheids-rozenkrans, zang, korte lezing uit de Boodschap van de Barmhartige Liefde en biechtgelegenheid. Aansluitend gezellig samenzijn in de sacristie. Geestelijke leiding: Mgr. E. De Jong.
Contact: Mevr. Ria Schrijnemaekers. Tel: 043/3618906 of m.schrijnemaekers@ziggo.nl
Locatie: RK kerk St. Petrus Banden te Heer, Maastricht.
Programma:18.30 uur rozenkrans/Marialitanie 19.00 uur H. Mis 19.30 uur Aanbidding van het H. Sacrament met o.a. Barmhartigheids-rozenkrans, zang, korte lezing uit de Boodschap van de Barmhartige Liefde en biechtgelegenheid. Aansluitend gezellig samenzijn in de sacristie.
Geestelijke leiding: Mgr. E. De Jong.
Contact: Mevr. Ria Schrijnemaekers. Tel: 043/3618906 of m.schrijnemaekers@ziggo.nl
Vrijdag 22 augustus tot en met 24 augustus, bezinningsweekend LKZ Vlaanderen te Chaityfontaine te Banneux.
Je bent ingeschreven als je VOOR 31 juli 2025: 262 euro voor tweepersoonskamer en/of 206 euro voor éénpersoonskamer op bankrekening betaald van Legioen Kleine Zielen BE94-8333-3419-8814 Adres: vredestraat 80 8310 St- Kruis Brugge, met mededeling 3 daagse lkz. Lakens, maaltijden zijn in de prijs inbegrepen.
Een beeld van God – vanuit een verhaal van mijn vader over een vogeltje
Mijn vader zei eens tegen mij: “Stel je voor: er is een grote metalen bol, net zo groot als de maan. En eens in de honderd jaar komt er een klein vogeltje aanvliegen. Het landt even op die bol, blijft tien seconden zitten… en vliegt dan weer weg. En dat herhaalt zich, steeds opnieuw, door de eeuwen heen. Als dat vogeltje er uiteindelijk in geslaagd is om met zijn pootjes en snaveltje de hele bol tot stof te slijten… dan is er nog maar één seconde van de eeuwigheid voorbij.“
Ik was toen tien jaar, een kind dat in beelden denkt. En ik snapte het meteen! Niet met mijn hoofd, maar met mijn hart. Dat beeld opende een venster naar iets oneindig groots.
De eeuwigheid is geen heel lange tijd, zoals wij tijd kennen. Nee, het is iets heel anders. Het is een soort zijn die niet voorbijgaat. Alles is daar één groot en rustig “nu”, zonder begin en zonder einde. Het ligt buiten de tijd zoals wij die kennen.
Dat besef maakte me stil. Ik voelde: zo groot is God. En bij die God ben ik veilig. Daar wil ik naartoe. Want als er zoiets als eeuwigheid bestaat, dan moet er ook Iemand zijn die die eeuwigheid draagt – Iemand die altijd is, die niet ontstaan is, maar er gewoon ís. Altijd.
Soms zegt een beeld meer dan duizend moeilijke redeneringen. Wat ik als kind begreep door dat simpele vogeltje en die metalen bol, is eigenlijk hetzelfde als wat een beroemde heilige, Anselmus van Canterbury, ooit uitlegde: Als we ons een volmaakt Wezen kunnen voorstellen, groter dan alles wat we ons kunnen indenken, dan moet dat Wezen ook echt bestaan. Want bestaan hoort bij volmaaktheid.
Voor mij was dat geen les uit een boek, maar een ervaring van verwondering. Een huiverende bewondering die je stil maakt. Het was alsof God toen al zachtjes tot mij sprak: “Kom, volg Mij.” Het was het begin van mijn roeping tot het priesterschap.
Je hebt geen ingewikkeld bewijs nodig om in God te geloven. Soms is één eenvoudig beeld genoeg om je hart te raken. Voor mij was het dat verhaal van mijn vader. Wat een prachtig geschenk. Wat een begin van genade.
“Mijn schapen luisteren naar mijn stem; Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef hun eeuwig leven en ze zullen in eeuwigheid niet verloren gaan; niemand zal ze van Mij wegroven.”
Vandaag is het Roepingenzondag – een (zaterdag) zondag van gebed voor roepingen in de Kerk: priesters, diakens, religieuzen. Maar het gaat niet alleen over anderen. Het gaat ook over jou, over u. Over jouw / over uw roeping. Over de vraag: Waarom ben ik hier? Voor wie leef ik? Wat vraagt God van mij?
Preek
Vandaag stelt Jezus ons een levensbepalende vraag: “Luister je naar Mij?”
Wij leven in een wereld vol geluid en met veel prikkels: de telefoon trilt, muziek klinkt via oortjes, berichten stromen binnen, sociale media, nieuws… zoveel stemmen die je vertellen wat je moet doen, hoe je je moet voelen, wie je zou moeten zijn of hoe je eruit moet zien.
Maar temidden van al dat lawaai klinkt ook een andere stem. Geen luide roep, geen pushmelding. Maar een zachte, trouwe stem – de stem van Jezus. En Hij zegt vandaag tegen ons: “Mijn schapen luisteren naar mijn stem. Ik ken ze. Ze volgen Mij.” Jezus gebruikt het beeld van een herder en zijn schapen. In onze tijd zouden we het misschien anders zeggen: Wie volg je?
Op sociale media volgen we mensen omdat ze interessant, grappig of invloedrijk zijn. Maar Jezus wil méér dan gevolgd worden met een klik of een gebaar. Hij wil dat wij Hem werkelijk vertrouwen, dat wij leren wie Hij is, en dat wij ons leven afstemmen op Zijn stem.
Want Hij kent je – niet alleen bij naam, maar ook van binnenuit. Hij kent je zorgen, je vreugde, je angsten, je verlangens en je talenten. Zelfs dat wat je misschien aan niemand durft toe te vertrouwen – Hij weet het al. En toch zegt Hij: “Je bent van Mij.”
“Mijn schapen luisteren naar mijn stem.” Maar hoe kun je Zijn stem herkennen, te midden van zoveel andere geluiden?
• In de stilte – soms moet het even stil zijn om echt te kunnen horen.
• In het gebed – waarin wij ons hart openen voor Hem.
• In Gods Woord – de heilige Schrift.
• In de Eucharistie – de Heilige Mis waarin Hij werkelijk aanwezig is.
• En ook: in een goed gesprek, in een medemens die je raakt, in de stem van je geweten.
De stem van Jezus is niet dwingend, niet luid, maar zacht, eerlijk, en vol liefde. En als je eenmaal begint te luisteren, zul je merken: die stem raakt het diepst van mijn hart.
Roepingenzondag.Jezus zegt niet alleen: “Luister naar mijn stem,” maar ook: “Volg Mij.” Dat is geen vrijblijvende uitnodiging. Het is een roepstem – een weg naar een leven in dienst van God en van de ander. Misschien roept Hij jou – of iemand in jouw omgeving – tot het priesterschap, of tot het kloosterleven. Maar misschien ook tot een andere vorm van liefdevolle toewijding: als ouder, als leerkracht, als verpleegkundige, als vrijwilliger, als iemand die tijd maakt voor wie niemand ziet. Iedereen heeft een roeping.
Durft u te luisteren? Durf jij?
Durft u echt te luisteren? Durf jij?
Durft u te vragen: “Heer, wat wilt U van mij?” Durf jij?
Durf jij te zeggen: “Hier ben ik, ik kom om Uw wil te doen”?
Laten wij vandaag – jong én oud – samen bidden om die moed.
Moed om stil te durven worden.
Moed om te luisteren.
Moed om te kiezen.
Moed om te volgen.
Want Jezus belooft ons: “Ik geef je leven – leven dat nooit ophoudt. En niemand zal je ooit uit Mijn hand roven.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.