29ste zondag door het jaar, B, 2024
Inleiding
Kinderen spelen soms het spel waarbij ze elkaars lengte vergelijken. Ze gaan naast elkaar staan en kijken wie groter is. Vaak blijft het niet bij een eenvoudig spelletje en proberen ze elkaar te overtreffen: ik ben beter, mooier, rijker dan jij. Ik kan beter zwemmen, haal hogere cijfers, en heb duurder speelgoed. Achter dit vergelijken schuilt telkens dezelfde wens: groter zijn dan de ander.
Opmerkelijk genoeg blijven volwassenen dit spel spelen, maar dan veel fanatieker en subtieler dan kinderen. “Ik verdien meer dan jij,” “ik heb meer invloed,” “ik word meer gerespecteerd en heb betere contacten.” Ook hier draait het om dezelfde wens: de ander overtreffen.
Bezinning
Onder de vrienden van Jezus ontstond een discussie over wie de beste plaats zou krijgen in het Rijk van God. Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, vroegen Jezus: “Geef dat een van ons aan uw rechter- en de ander aan uw linkerzijde mag zitten in uw glorie.” Met andere woorden, wanneer U regeert in het Koninkrijk van God, willen wij ook macht en invloed hebben. Ze voelden zich geroepen om dicht bij Hem te staan, en verwachtten dat het hen toekwam om zijn rechter- en linkerhand te zijn.
Deze vraag stelden ze, ondanks dat Jezus hen net had verteld over zijn lijden en sterven: “Ze zullen Mij bespotten, bespuwen, geselen en doden.” Toch leek hun aandacht vooral gericht op zijn laatste opmerking: “En na drie dagen zal Ik verrijzen.” Mogelijk maakte dit hen bezorgd over hun eigen toekomst en wilden ze hun positie veiligstellen voor na Jezus’ Verrijzenis, zelfs als dat ten koste zou gaan van de andere leerlingen.
De reactie van de andere leerlingen was begrijpelijk: ze werden boos toen ze hoorden wat Jakobus en Johannes vroegen. Ze zagen het als een brutale vraag en voelden zich misschien zelf gepasseerd. Wat ze niet beseften, was dat hun ergernis hetzelfde verlangen naar erkenning en macht verraadde. Ook zij wilden graag de eersten zijn.
Jezus maakt duidelijk dat het in zijn Koninkrijk anders moet zijn dan in de wereld. Bij de machthebbers van de volken draait het om macht en heersen met een harde hand, maar bij zijn volgelingen draait het om nederigheid en dienstbaarheid. “Wie van jullie groot wil zijn, moet dienaar zijn,” zei Hij. Het gaat er niet om wie de meeste macht heeft, maar om wie bereid is anderen te dienen. In het Rijk van God is dienen belangrijker dan heersen, en liefde is waardevoller dan macht.
Om dit te verduidelijken, kunnen we een verhaal aanhalen van de Russische schrijver Leo Tolstoj. Drie vrouwen gingen water halen bij een bron. Terwijl ze daar hun emmers vulden, spraken ze vol trots over hun zonen. De eerste zei: “Mijn zoon is heel behendig, hij overtreft alle andere jongens in het dorp.” De tweede zei: “Mijn zoon heeft een prachtige stem, wanneer hij zingt, luisteren de mensen vol bewondering.” De derde vrouw bleef stil. Toen de anderen haar vroegen waarom, antwoordde ze: “Mijn zoon is een gewone jongen, maar ik hoop dat hij zich in het leven zal redden.”
De vrouwen liepen naar huis, maar moesten onderweg stoppen omdat de emmers te zwaar werden. Op dat moment kwamen hun zonen aan. De eerste deed acrobatische sprongen, en de vrouwen riepen uit: “Wat is hij lenig!” De tweede begon te zingen, en de vrouwen luisterden ontroerd. De derde zoon liep naar zijn moeder, nam zonder een woord te zeggen haar emmers over en droeg ze naar huis. Toen de vrouwen aan een oude man vroegen wat hij van hun zonen vond, antwoordde hij: “Ik zie er maar één.”
Deze vertelling laat zien wat Jezus bedoelt: ware grootheid ligt niet in prestaties of bekwaamheid, maar in de bereidheid om te dienen. Dit is hoe we een echte gelovige herkennen: niet aan macht of aanzien, maar aan dienende liefde.
Zoals Paulus het zegt: “Geloof, hoop en liefde is het belangrijkste, maar de grootste van deze drie blijft de liefde.” Laten we daarom proberen samen te groeien in dienende liefde, zoals Jezus het ons heeft voorgeleefd. Amen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.