Verstandige kleine zielen… ofwel ‘de 10 verstandige meisjes’

De 32e zondag door het jaar A 2023

Wijs. 6, 12-16, 1 Tess. 4, 13-18, Mt. 25, 1-13

Inleiding

Jezus heeft een band met ons gesmeed tijdens ons Doopsel, waarin Hij van ons toewijding en trouw verlangt. Hij nodigt ons uit tot het koesteren van deze vriendschap door middel van kleine attenties. Als leidraad gaf Hij ons de wijze woorden: “Wat je voor de geringste onder mijn broeders en zusters doet, doe je voor Mij.” Vriendschap met Jezus en met God vereist ook toewijding en trouw aan onze medemensen, aan elkaar. Als we nalaten dit te doen, zal deze vriendschap uiteindelijk vervagen, wat jammer en dom (in de zin van onverstandig) zou zijn. Echter, door deze vriendschap te koesteren en te onderhouden met kleine gebaren van vriendelijkheid en medeleven jegens anderen, zal deze vriendschap zich verdiepen en uitgroeien tot een nauwe verbinding met God. Dit is een wijze keuze.

Verdieping

De tekst van de lezingen van deze dag begint met een herkenbare situatie: het uitstellen van geestelijke overwegingen en activiteiten. Veel mensen denken dat ze “later” wel meer tijd zullen besteden aan hun geloof, aan bidden, en aan het nadenken over God.

Vooral als we jong zijn, lijken andere dingen onze aandacht op te eisen, zoals werk, geld, plezier en vakanties. Het evangelie beschrijft het idee dat mensen vaak wachten met het serieus nemen van hun geloof totdat ze ouder zijn, tot ze hebben genoten van wereldse zaken en materiële welvaart.

Het evangelieverhaal stelt de vraag: “Is élk leven even goed?” Het antwoord op deze vraag is cruciaal, niet gebaseerd op menselijke kritiek, maar op goddelijke kritiek. God oordeelt over ons leven, niet onze buren of kennissen. Jezus wijst op het belang van een leven dat God waardig is, een leven dat de moeite waard is bij God.

Jezus vergelijkt de mensheid met tien meisjes die op weg zijn naar een bruiloftsfeest, dat symbool staat voor de hemel. Iedereen wil graag in de hemel komen, maar niemand weet wanneer dat zal gebeuren. Daarom moeten onze “lampen” altijd brandend zijn, wat betekent dat ons leven deugdzaam moet zijn en dat we voldoende reserves moeten hebben opgebouwd in de vorm van liefde tot God en liefde tot de medemens.

Het evangelieverhaal benadrukt het belang van liefde tot God en de medemens als de essentiële reserves in ons leven. Als we ons hele leven wijden aan aardse genoegens en niet investeren in gebed, vrijwilligerswerk, en de zorg voor anderen, staan we met lege handen voor Christus. Dan kan het harde oordeel klinken: “Ik ken je niet.”

Maar er zijn ook mensen die wel tijd en moeite investeren in hun geloof, die God en de medemens prioriteit geven. Zij bouwen reserves op en hebben hun lampen brandend. Deze mensen begrijpen dat het geloof een serieuze zaak is en dat het belangrijk is om tijd te maken voor gebed, sacramenten en zorg voor anderen. Ze zijn bereid offers te brengen voor wat er echt toe doet in het leven.

Het evangelie van deze dag is een oproep tot bekering voor ons allemaal. Het herinnert ons eraan dat we niet weten wanneer onze tijd om voor Christus te staan zal komen. Daarom is het van vitaal belang om ons leven te wijden aan de liefde tot God en onze medemens en om te investeren in geestelijke groei. Als we dit doen, kunnen we gerust leven, én sterven, in de geloofservaring dat Christus ons kent en herkend worden als Zijn leerlingen die in Zijn voetsporen zijn getreden. Amen.

Pastoor Jack Geudens